er moet een luisteraar niet zoeken om uit de pianomuziek van de Duitse componist Florian Wittenburg de klankwereld van Morton Feldman te destilleren. Net als de Amerikaan geeft Wittenburg zijn muziek graag de ruimte. Die is repetitief, maar door de lang aangehouden noten vooral ook minimalistisch: een even populair als gevaarlijk idioom dat zo vaak uitmondt in lauwe zweverigheid die voor uitgepuurdheid moet doorgaan. Gelukkig heeft Wittenburg doorgaans meer te zeggen dan louter het napraten van minimalistische iconen.
Het “sympathic” uit de titel verwijst naar het indrukken van de sustain pedaal van de piano waardoor naast aangehouden klanken ook klankversterkende neveneffecten kunnen ontstaan. “(A)symmetric” verwijst naar symmetrie, asymmetrie of quasisymmetrie: horizontaal, zoals in het vormschema van een stuk, of verticaal, in de opbouw van samenklanken, waarbij de afstanden tussen verschillende noten van een akkoord wel of niet even groot zijn.
Vanzelfsprekend is voor de luisteraar vooral het eerste begrip, de sympathiserende klank, waarneembaar. Toch focust Wittenburg niet zozeer op effecten. Diegene die hij uitlokt passeren mee in de muziek, zonder dat de stukken er toe herleidbaar zijn.
De eerste helft van de cd wordt ingenomen door het vierluik ‘Patterns in a Chromatic Field’. Het werken met herhaalde, lichtjes evoluerende of voorzichtig uitgebreide patronen zorgt voor een duidelijke structuur die wel telkens anders wordt ingevuld. Zo wordt in het eerste deel een bepaalde formule min of meer hernomen alvorens naar een andere bouwsteen te gaan. In het tweede deel gaan die elkaar net afwisselen, waardoor het proces uitgerekt wordt. Wanneer in dit tweede werk de patronen vervolgens lijken te versmelten, refereert de vorm haast aan een klassieke sonatestructuur, zeker wanneer de basisformules later weer afzonderlijk hoorbaar worden.
Hoe dan ook slaagt Wittenburg erin om de muziek uit het vormloos zwevende te houden. Een hangende spanning houdt de luisteraar bij de les, niet in het minst omdat het pedaalgebruik niet resulteert in een klankbrij. Het geluid wint echter wel aan ruimtelijkheid wat nog uitvergroot wordt door het secure spel van Wittenburg zelf. Toon, aanslag, dynamische contrasten en de balans binnen de samenklanken zijn allemaal uiterst afgemeten.
Deze pianistieke precisie is ook aanwezig bij de Belgische pianist Daan Vandewalle die Wittenburgs tweedelige ‘Sol Meets John’ en ‘Chords in Slow Motion’ speelt. In ‘Sol Meets John’ hoort de luisteraar een reeks akkoorden voorbijtrekken die hem in een elegante harmonische wolk plaatsen. Schijnbaar ombestemd, maar niet zonder verhaal, zweeft de muziek vooruit. De samenklanken stralen immers afwisselend als sterke of zwakkere lichtpunten naargelang hun samenstellingen en dynamiek. Ze vertonen door het lang aanhouden een sterk statisch karakter, kennen door het iets sneller opeenvolgen net een lichte beweging of ze gaan elkaar subtiel overlappen, zoals in het tweede deel van het werk.
‘Chords in Slow Motion’ klinkt melodischer met herkenbare thema’s die nu eens meer, dan weer minder door de harmonie worden opgezogen. Voor de laatste stukken, ‘Three Drones I-III’ werkte Wittenbrug samen met pianist Nico Huijbregts. Die mocht improviseren op melodieën van Wittenburg die dreven op drones, verkregen door E-bows op de pianosnaren te plaatsen. De eenvoud van de soms bijna pentatonische thema’s en de terugkerende technieken van Huijbregts (van de zuivere melodie naar een polyfone tegenstem en een harmonische uitwerking) maken dat deze stukken niet de spankracht hebben van de andere werken die op deze cd te horen zijn. Soms is het effectief spannender wanneer muziek net iets meer te verbergen heeft en zich niet zo gemakkelijk gewonnen geeft aan de luisteraar.