Fence heeft een omstreden geschiedenis. Veelbelovend begonnen tijdens Humo's Rockrally in 1998 met een zilveren medaille, heeft deze band zijn ambities nooit ten volle kunnen waarmaken. Toch maakt deze vrolijke popgroep kwalitatief sterke liedjes waaraan vele Vlaamse songschrijvers een puntje mogen zuigen. Dankzij steun van het Nederlandse label Excelsior heeft Fence kunnen werken aan een nieuwe plaat die bulkt van de muzikale finesse. Of dat nu eindelijk vruchten gaat afwerpen, is nog maar de vraag. Hoewel de band na een sabbatjaar op deze derde plaat de er weer stevig tegenaan gaat, doet een gebrek aan liedjes die een groot publiek moeten aantrekken dit viertal allicht opnieuw de das om.
De tekst van 'Plankton – Rulers of the Hood' (over de nutteloze zin van plankton voor de zee) geeft een beeld van de muziek van Fence: gek, vrolijk en zeker niet te complex. Invloeden van zowel Weezer als The Beatles liggen dan ook vingerdik op de twaalf popliedjes van 'The Woolf'. Vrolijke, wat tegendraadse gitaarlijnen worden heerlijk opgevuld met een harmonieuze samenzang. Ritmische tamboerijnslagen, handengeklap en een lichte hammondtoets of wat blazertjes brengen zorgeloze en zomerse muziek. Qua inhoud aarzelt de groep ook niet om regelmatig partijen af te breken en kracht te vinden in het van de hak op de tak springen. Toch verliest Fence zijn vlot meefluitbare melodielijnen niet uit het oog en blijft eenvoud in al zijn vormen sieren. Zo grijpt de opener 'Explanation Song' meteen de aandacht door een vlotte melodie met iets opzichtiger gitaarwerk te bekrachtigen. Hoewel die virtuoze gitaarvingers her en der terugkeren en er al eens een distortionpediaal ingetrapt wordt, is deze cd echter nooit opdringerig. Misschien trekt dit kwartet op liedjes als 'A Song' een al te simpele kaart (netjes drie minuten lang "a song / it's a song / a song / it's a song"), maar dat maakt alles natuurlijk des te vrolijker. Korte pianotoetsen die zo van Abbey Road lijken af te stammen sieren het afgeblokte 'Hear Them Goodbyes' en ook in de meeste andere nummers is het heerlijk heen-en weer wapperen met de lange haren. Toch is 'The Woolf' een groeiplaat waarin nummers als het trage 'Sammy Boy' pas open bloeien en blijven hangen na enkele luisterbeurten. Dat heeft te maken met de keuze niet in eenvoudige strofe/ refreinstructuur te vervallen en slechts zelden te werken met tekstuele herhaling. Het spreekt voor zich dat dit geen afbraak hoeft te doen aan de kwaliteit van deze plaat. Het is enkel spijtig dat Fence weer zo'n complexe weg heeft gekozen richting succes.
Het vergt allicht een erg brede rug om met een naïeve glimlach op deze manier kwalitatief hoogstaande liedjes te schrijven die telkens maar weer miskend worden. Het ontbreken van een echte hit en het vlotte, maar moeilijk voorspelbare karakter van 'The Woolf' zal allicht de groep ook ditmaal niet in de kaart spelen en dat is zonde. Deze cd is het immers meer dan waard om eens nader met Fence kennis te maken.
Meer over Fence
Verder bij Kwadratuur
Interessante links