In de zomer ligt het traditionele concertleven stil maar de zomermaanden zijn wel het moment waarop allerhande festivals plaatsvinden waarop traditioneel enkele van de grootste namen uit de klassieke muziekwereld terug te vinden zijn. Zo organiseert de Duitse pianist Lars Vogt bijvoorbeeld het succesvolle Heimbach kamermuziekfestival, een festival dat al sinds 1998 plaatsvindt in een oude waterkrachtcentrale in jugendstil midden in het Eifel gebergte. Het festival verenigt een puik groepje internationaal erkende solisten, zoals een korte blik op de uitvoerders van deze cd meteen laat zien. Dat is natuurlijk niet steeds een waterdicht recept voor goede uitvoeringen maar zoals deze mooie cd bewijst, werkt dat concept in Heimbach uitstekend. Op het programma staan twee octetten voor dubbel strijkkwartet, een genre dat in tegenstelling tot strijkkwintetten, -sextetten of de onvermijdelijke strijkkwartetten maar weinig navolging heeft gekregen. De twee bekendste voorbeelden, die van Mendelssohn en Enescu, werden hier live opgenomen.
Mendelssohns octet is bekend genoeg. Het is een klassiek gestructureerd werk, een bescheiden symfonie van een ambitieuze zestienjarige componist die als muzikaal wonderkind uit een gegoede familie (de Mendelssohns konden zich een eigen huisorkestje veroorloven) al heel wat compositie-ervaring had kunnen opdoen. Het octet bezit de grandeur van een symfonie maar de energie van een strijkkwartet, zeker in een zulke gedreven uitvoering als deze. Wie namen als Quirine Viersen, Christian Tetzlaff of Isabelle Faust ziet staan mag hoge verwachtingen koesteren. Die verwachtingen worden dan ook vlotjes ingelost in een transparante uitvoering die even veel goed geolied samenspel verraadt als bij een vast strijkkwartet. Luister maar naar hoe melodie en begeleiding elkaar doorheen het hele werk moeiteloos ondersteunen en afwisselen en hoe de vlotjes de verschillende stemmen op elkaar inpikken. Bovendien bezit deze uitvoering energie te over. Mendelssohns octet bruist sowieso al van het leven maar zeker bij deze muzikanten, in de snelle hoekdelen en in het scherzo, dat veel wint bij de spanning die enkel een live concertopname kan bezitten.
George Enescu (1881-1955) schreef zijn octet eveneens op jonge leeftijd en in de zelfverzekerde manier waarop hij (Franse) modernistische elementen uit Parijs, de stad waar hij viool en compositie studeerde en Roemeense volkselementen met elkaar verenigt, hoort men een zelfde vroege muzikale rijpheid als bij Mendelssohn. Het eerste deel bezit net door die symbiose (en de elegantie van Enescus Oost-Europese melodieën) een grote aantrekkingskracht. Heel mooi is het gedempte begin van het langzame deel, een delicate passage die in de steriele omgeving van een opnamestudio zelden zo broos had kunnen klinken als hier.
Dit is ongetwijfeld een cd om vaker te beluisteren: Mendelssohns aanstekelijke muziek krijgt prachtig vorm en wordt gekoppeld aan een heerlijk maar zelden uitgevoerd soortgelijk octet van George Enescu, een onterecht wat vergeten vioolvirtuoos/componist van het begin van de vorige eeuw. Wie kamermuziek op het hoogste niveau wil beluisteren kan moeilijk beter terecht komen dan met deze uitvoering.
Meer over Felix Mendelssohn-Bartholdy, George Enescu
Verder bij Kwadratuur
Interessante links