Het leidt geen twijfel dat er binnen de metalwereld eveneens een grote affiniteit bestaat voor folkmuziek. Wie dat niet gelooft, hoeft enkel de grote schare aan folkmetalbands even te bekijken om alles in het juiste perspectief te plaatsen. Maar er zijn ook wel degelijk acts die zich enkel bezighouden met folkmuziek, maar die toch voortvloeien uit de steviger sector, en Fejd is zo een band.
Wie stevige gitaren of opgepompte polkaritmes verwacht, is er behoorlijk aan voor de moeite. Net zoals Wardruna houdt Fejd zich louter bezig met traditionele en akoestische instrumenten, niets meer en niets minder. Het grote verschil tussen die twee acts is wel dat Fejd een vrij stevige akoestische band is, die het moet hebben van flinke doses percussie en een iets opgefoktere sfeer. Dat laatste is natuurlijk niet bedoeld als zou Fejd opeens agressief klinken, maar het tempo ligt hoog en de dansbaarheid van de nummers is een belangrijk punt van de muziek.
Zoals het haast hoort, bezingt Fejd de natuur en mythologie in hun moedertaal Zweeds, en dat geeft toch net dat beetje meer authenticiteit. Afwisseling is trouwens troef binnen de wereld van dit gezelschap, want naast rustige songs als opener 'Drängen Och Kräkan' mag het tempo al iets hoger, zoals bij het vrij dansbare 'Arv' en het vrolijke 'Trollfärd'. De zang is meestal verhalend en weinig zingend, wat misschien geen slechte zet is, want objectief gezien is de stem van multi-instrumentalist Patrick Rimmerfors niet sterk genoeg om epische zanglijnen te dragen. Maar dankzij de keuze voor een verhalenverteller valt zoiets een pak minder op, en het geeft Fejd alweer iets aparts.
Het enige probleem dat kan opduiken, is dat voor de metalliefhebbers Fejd te zacht kan zijn, en voor zuivere folkaanhangers allicht te stevig. Aan de andere kant is het natuurlijk wel zo dat wie geen affiniteit heeft met folk hier aan voorbij zal gaan. Dat is wel jammer, want met 'Eifur' laat Fejd horen dat ze in staat zijn tot leuke dingen.