Het begint allemaal met een plaatopname van 'Shine on You, Crazy Diamond' van Pink Floyd. Alleen, de plaat wil maar niet op gang komen: keer op keer wordt ze opnieuw opgestart, steeds voor een langere tijd en steeds volgen de verschillende pogingen elkaar sneller op. Het mag snel duidelijk zijn: 'An Index of Metals' is geen eerbetoon van een klassieke componist aan de helden uit zijn jeugdsentiment, al was het maar omdat de Italiaan Fausto Romitelli – die het werk schreef in de laatste weken van zijn leven – zijn eigen werk geregeld onderbreekt voor abstracte elektronische interludes die hij in bruikleen kreeg van het Finse elektronicaduo Pan Sonic. Toch wordt het werk ook geen techno voor de hippe klassiekers, noch een soundscape. Het rockt zelfs niet en is evenmin een eclectische puzzel. Wat is 'An Index of Metals' dan wel? Een tv-opera die klinkt als een uiterst explosief mengsel van elektrische (bas)gitaar, sampler, blazers, strijkers, piano en vrouwenstem. In combinatie met, maar ook zonder de beelden op de dvd flirt het werk met uitdagende abstractie, maar explodeert het even goed in exuberante dramatiek, waarmee het het beste en het meest toegankelijke laat horen van wat het raakvlak tussen elektronica, rock en klassiek kan opleveren. Romitelli's muziek klinkt hier nooit goedkoop, maar des te pakkender, waardoor 'An Index of Metals' een onvergetelijke trip wordt die de luisteraar van energie én pure schoonheid steil achterover in de zetel duwt.
Door de combinatie van de soms minimalistische tussenstukjes van Pan Sonic en de stevig georkestreerde stukken van Romitelli zelf wordt het gevaar van een gefragmenteerd geheel reëel. Door de tracks in elkaar te laten overlopen en door de flexibele stijl van Romitelli wordt dit gevaar echter van meet af aan geneutraliseerd, waardoor de luisteraar meegezogen wordt in de dynamiek van het geheel. Deze betrokkenheid wordt nog vergroot door de herkenbare evoluties die zich in de muziek voltrekken en die ook voor leken perfect volgbaar kunnen zijn. Zo is in 'Hellucination 1' te horen hoe de muziek geleidelijk aan smelt. Vertrekkend vanuit een zuchtend geluidseffect (het wrijven over een buis), dat overgenomen wordt door de strijkers, zet zich een neerwaartse spiraal in gang waarbij het geluid van vast naar vloeibaar schijnt te evolueren: van duidelijk afgelijnd in het begin naar dikker en eerder stroperig op het einde. Opvallend hierbij is dat Romitelli werkt met een duidelijke, quasi consonante akkoordstructuur wat voor een aangename herkenbaarheid zorgt zonder dat de spanning opgeofferd wordt. Op het einde dreunt de elektrische gitaar alle anderen weg en veegt hij het auditieve podium leeg voor een 'Intermezzo' van Pan Sonic.
Het daarop volgende 'Drowning Girl II' is van een andere orde en klinkt veel dreigender. Door de meer operagerichte stem en de elkaar steeds doorkruisende instrumentpartijen ontstaan dreigende golven. Aanvankelijk lijken die heel bescheiden, maar de optelsom van alle kleine bewegingen lijkt – in de beste catastrofetheorie – een heuse tsunami aan te kondigen. Die komt er ondanks alle dreiging niet, maar de schrik zal er bij de luisteraar dan al voldoende in zitten. Terecht, zoals blijkt in 'Drowning Girl III' waar een verpakking van harmonische wolken niet kan verhullen welk een lugubere spanning er in de centrale melodie schuilt. De muziek lijkt wel te verdrinken in haar eigen wirwar van thema's en tremolo's en eindigt alsof ze half bewust in het water zweeft.
Via het 'Adagio' – waarin de strijkers en blazers ongrijpbaar voorbij drijven en flitsen – en het laatste Pan Sonic 'Intermezzo' belandt 'An Index of Metals' bij het verpletterende dramatische hoogtepunt, waarbij vooral zangeres Donatienne Michel-Dansac een even essentiële als dubieuze rol speelt. Door de strofische en dus gemakkelijk te volgen muziek met een musicalachtige helderheid te zingen lokt ze de argeloze luisteraar naar haar toe. Op het einde van elke strofe duwt ze die echter bruusk achteruit door de laatste lettergreep uit te spuwen als een vloek, daarin bijgetreden door de elektrische gitaar. Na elke uithaal vliegen de instrumenten verschrikt op als een groep vleermuizen. Wanneer de zangeres geleidelijk aan overschakelt naar een meer operagerichte stem wordt de dramatiek opgepompt. Bij het dreunen van het orkest en vooral de elektronische bas en basgitaar bereikt het stuk tenslotte een verzengende climax, waarbij het einde der tijden aangebroken lijkt. De hallucinante ontstoring zet zich door in de 'Finale' om te culmineren in een noisemuur die plots afgebroken wordt, waardoor de luisteraar weggerukt wordt uit een wereld waar daarvoor geen ontkomen aan was. Pas dan wordt duidelijk welke buitengewone greep Fausto Romitelli en Ictus op de luisteraar gekregen hebben. Was het niet voor de fascinerende luisterervaring, dan was dit zeker een reden tot ongerustheid.
De videobeelden op de dvd – in twee formaten en met geluid in surround – sluiten in al hun abstractie mooi aan bij de muziek zonder die slaafs te volgen. Dit op zich is al een hele verademing in de hedendaagse muziek/beeldcultuur waarbij veelal nutteloze visuals als excuus worden ingeroepen om concerten ook visueel prikkelend te maken. De lichtslierten, krassen, lijnen, transformerende vormen, bewegingen, of zwermende kwikdruppels die elkaar bij 'An Index of Metals' treffen en dan in elkaar overlopen, ogen in combinatie met de muziek echter heel relevant. Wanneer de muziek sneller smelt, beginnen ook de beelden vloeiender te worden; wordt de muziek polyfoon, dan beginnen psychedelisch roterende figuren open en dicht te plooien. In de 'Finale' tenslotte krijgt de toeschouwer bergen afval dat gerecycleerd wordt te zien, zoals in dat deel ook muzikaal materiaal uit het werk herontdekt wordt.
In het soms al te gemakkelijk bewandelde gebied van klassiek, rock, elektronica en videobeelden mag het verbluffende 'An Index of Metals' gelden als een nieuwe norm: even onvergetelijk voor de luisteraar/toeschouwer als dodelijk voor de concurrentie.
Meer over Fausto Romitelli
Verder bij Kwadratuur
Interessante links