Het Bijbelse verhaal van Nebuchadnezar, of Nabuccodonosor, zoals hij in de Franse en Italiaanse traditie genoemd wordt, vormde al enkele eeuwen lang een inspiratie voor operacomponisten, voordat Verdi midden in de negentiende eeuw zijn bekendste zetting componeerde. Van de Calabrese componist Michelangelo Falvetti is maar een beperkt oeuvre bewaard gebleven. Als componist aan de hoven van Palermo en Messina is hij het meest bekend voor zijn ‘Il Diluvio Universale’. Deze allegorie over de zondvloed werd in 2011 opgenomen door de Cappella Mediterranea, het Choeur de Chambre de Namur en dirigent Leonardo Garcia Alarcon en nu wagen dezelfde uitvoerders zich aan Falvetti’s ‘Nabucco’, een oratorium dat in 1683 in Messina uitgevoerd werd.
‘Nabucco’ blijft een religieus oratorium maar is op vele vlakken schatplichtig aan de Napolitaanse en Venitiaanse opera uit de zeventiende eeuw en bevat op slechts een uurtje muziek een verbluffende variatie aan verschillende stijlen, met instrumentale sinfonia’s, polyfone koorpassages, aria’s, duetten en ensembles en recitativo’s die telkens op een grondig verschillende manier begeleid worden.
Het openingskoor alleen al doet zelfs de meest verwoede tegenstander van barokmuziek van mening veranderen. Falvetti schreef geen vaste instrumentatie voor en zuiver door de instrumentatie zorgvuldig uit te kiezen, zorgt de Capella Mediterranea ervoor dat de opening van de opera moeiteloos de rijkdom, het exotisme en de schoonheid van de stad Babylon opwekt. ‘Siamo a riva’, ‘we hebben onze bestemming bereikt’ gaat de tekst en die bestemming, de Eufraat, glinstert verleidelijk in de middagzon, prachtig verklankt in een pulserende begeleiding van tokkel- en snaarinstrumenten en met de lekker diepe basstem van Matteo Bellotto als fundament.
Een sterk uitgebreide continuo-sectie, met harp, theorbe, luit, gitaar en mandore naast het gebruikelijke orgel en klavecimbel draagt tot die rijkelijke sfeer bij.Net zo opmerkelijk is echter het gebruik van enkele niet-Europese instrumenten. Het meest opvallend is de ney, een Perzische fluit die niet weg te denken is uit Midden-Oosterse muziek. Het instrument wordt hier in een klassieke traditie gespeeld en neemt Falvetti’s melodielijnen trouw over. Het voegt toch een kleur toe aan het palet van de opera die zelfs in de wereld van de barokpraktijk, met zijn zeldzame en verdwenen instrumenten, een unicum vormt. Meer vertrouwd zijn dan weer de koperblazers en slagwerkers die een opzwepende, martiale ‘sinfonia’ neerzetten die de hoogmoed van koning Nabucco moet illustreren, in de stijl van renaissance ‘alle battaglia’ stukken.
Tenor Fernando Guimarães zingt een expressieve en fascinerende Nabucco, die in aria’s als ‘Per non vivere infelice’ overkomt als een innerlijk bewogen, twijfelende monarch die vergeefs probeert zijn macht te doen gelden. Guimarães’ zachte tenorstem wordt in deze aria overigens prachtig aangevuld door concertante fluit en cornettopartijen. Zelfs Nabucco’s woede-uitbarsting komt eerder zwak en hol en schrikbarend over, ondanks een onstuimige continuo-begeleiding.
Ook de kleinere rollen maken een erg verzorgde indruk. Mariana Flores als het allegorische personage Idolatria of Capucine Keller als Superbia bezitten precies de jeugdige, slanke stemmen die deze muziek nodig heeft. Flores dubbelt overigens als Azaria, een van de drie jongelingen die weigeren om Nabucco als god te aanbidden. Samen met sopranen Caroline Weynants en Magdalena Padilla Olivares vormen ze een prefect uitgebalanceerd trio in delen als ‘Splenda pura al pari del Sole’.
Net zo belangrijk als de kleurrijke en stijlvolle uitvoering is de kwaliteit van Falvetti’s muziek. De korte aria’s zorgen voor veel variatie, die versterkt wordt door de constant wisselende bezetting waarvoor de Cappella Mediterranea kiest. De individuele aria’s bezitten bovendien vaak van een opvallende schoonheid. Delen als ‘Pensieri Volate’ of, met hun delicaat gevormde melodielijnen en expressieve uitvoering hadden gerust dubbel zo lang mogen zijn. En dat is misschien het grootste compliment dat men dit oratorium en deze uitvoering kan geven: dat het jammer is dat na slechts een uurtje muziek het werk alweer voorbij is.