Na enkele jaren van heropbouwen leek het erop dat de Fairey Band een nieuwe en veelbelovende toekomst tegemoet zou gaan. Veel wees erop dat er spoedig een aanvulling zou komen op onder meer de negen overwinningen op de National Brass Band Championships, zestien British Opentitels en de Europese titel (1994). Eind december echter, nog geen twee maanden na de release van deze 'Fairey Band In Concert', gaf dirigent Simon Stonehouse te kennen na anderhalf jaar op zoek te willen naar nieuwe uitdagingen. Zijn beslissing volgde op het vertrek van enkele centrale muzikanten, waaronder sopraancornet Rebecca Crenshaw, principal cornet Stephen Wilkinson, eerste euphoniums David Belshaw en diens opvolger Morgan Griffiths en eerste bariton Katrina Marzella.
Ook deze jongste cd, de enige uit het Stonehousetijdperk, is geen onverdeeld succes. De sound van de cd is naar Doyen-normen onvoldoende: het orkest klinkt scherp en droog in plaats van warm en rond te klinken, vooral in de snellere stukken. Ook is de cd een samenraapsel van eerder toegankelijk werk van alle slag, gaande van Vivaldi ('Winter'uit zijn 'Vier Seizoenen') en Mozart tot Leroy Anderson en Duke Ellington ('Caravan'). Daar is niets mis mee, de Leyland Band leverde met de regelrechte aanrader 'By Arrangement' iets gelijkaardigs af maar bij hen blijft het tenminste als een geheel klinken.
'Fanfare Of The Common Man' van Copland lijkt een veelbelovende opener, totdat de rockende drum de illusie stukslaat: dit is geen brassbandbewerking van het prachtige origineel maar integendeel een arrangement van die draak die Emerson Lake & Palmer ervan maakten. 'Caravan' lijdt zwaar onder de ijzige klank maar hier eindigt het slechte nieuws. Carl Höhnes 'Slavische Fantasie' valt qua sound mee en kreeg een nu eens aandoenlijke en dan weer speels-virtuoze solo mee van Stephen Wilkinson. De Welshe traditional 'David Of The White Rock' zet de melancholische toon verder en de drie alto's maken 'Black Note Fantasy' tot een lust om te beluisteren. Sinds ze in 2003 voor het eerst in het orkest werden toegelaten, hebben zeker ook de vrouwelijke muzikanten hun stempel aardig op het geheel weten drukken. Lucy Murphy (bugel) levert een beklijvend 'Ave Maria' van Puccini en ook de solo van Katrina Marzella in 'Romance' van Andrew Duncan is bloedmooi, al lijken hier in het begin de cornetten op de achtergrond niet loepzuiver. Rebecca Crenshaw schittert ten slotte in het overbekende 'The Queen of the Night's Aria' van Mozart .
'Fairey In Concert' is zeker geen slechte plaat, wel eentje die de verwachtingen niet kan inlossen. Wanneer je door middel van een programmeertoets de beste nummers selecteert hou je met een tien à twaalf nummers van de zeventien nog steeds een sterk repertoire van een van 's werelds beste brassbands over. Het is wel jammer dat ook de samenhang en de klankkwaliteit voor verbetering vatbaar waren.