Het zal je maar overkomen als beloftevolle band tijdens de begindagen der Zweedse death metal: steevast naast de beker grijpen. Het overkwam Evocation. Waar Entombed, Grave en Dismember hoge toppen scheerden en algemeen aanzien werden als de vaders van de typische stofzuigersound, bleef Evocation in de underground trappelen. Het beste voorbeeld daarvan is dat ze pas eind jaren negentig effectief albums begonnen uit te brengen en nu pas op nummer vier zitten!
Waar de band zeker bij de eerste plaat vooral een dappere poging deed om meer Grave te klinken dan Grave zelf (de logge en lompe riffs, de groezelige gitaarsound en de polkabeats van de drum), sloop er steeds meer melodie in het geheel, iets dat op 'Illusions of Grandeur' tot volle wasdom is gekomen. De heren hebben blijkbaar al een tijd door dat die rauwheid en de eenvoudige aanpak niet meteen hun ding is, en zijn dan maar op de proppen gekomen met een geluid dat het midden houdt tussen de twee Zweedse scenes.
Het brute hakwerk is nog steeds top, en dankzij de stevig doorklinkende drumpartijen is de hoofdmoot van de plaat zo heftig als de neten. Dat heerlijk potige gehak geeft Evocation de nodige overtuigingskracht. Maar daar staat tegenover dat er flink wat subtiliteit doorsijpelt in de vorm van pakkende melodieën en aardig uitgekiende solo's.
Is het dan erg vernieuwend wat Evocation nu presteert? Hoegenaamd niet, maar 'Illusions of Grandeur' is wél een sterke death metalplaat die netjes op de rand van lomp hakken en mooi pielen balanceert. De ene keer mogen de polkabeats overheersen, terwijl het volgende moment Evocation welhaast een Iron Maiden-momentje inlast dankzij dubbele gitaarlijnen. De grootste constante zijn de heerlijk gutturale growls van zanger Thomas Josefsson.
Wie de echte, rauwe death metal prefereert, of wie resoluut gaat voor melodie zal misschien twijfelen bij 'Illusions of Grandeur', maar het staat buiten kijf dat de heren van Evocation een erg degelijke death metalschijf hebben afgeleverd.