Met 'Seven Days of Falling' brengt E.S.T. de absolute bevestiging van hun statuut als een de meest innovatieve, hedendaagse jazzgroep. Het grote verschil met andere trio's is dat E.S.T. niet met een leider en zijmannen werkt, maar dat piano, bas en drum op gelijkwaardige manier worden gebruikt. Zo neemt bassist Dan Berglund bijna evenveel de hoofdmelodie voor zijn rekening als pianist Esbjörn Svensson. Het meest bijzondere aan E.S.T. moet wel hun grote voorliefde voor experimenteren zijn: ze willen zich niet laten vastpinnen op het etiket jazz zoals dat het meest gebruikt wordt. Er wordt lustig gebruik gemaakt van samples die van ambient tot drum 'n' bass gaan, Berglund versterkt zijn boog vaak en produceert zo een geluid dat veel weg heeft van een distorted jimihendrixgitaar. Maar ondanks al dat elektronisch geweld verraadt E.S.T. de jazz toch niet. De plaat staat vol prachtige ballads waar het pianospel van Esbjörn Svensson veel van Chick Corea of Brad Mehldau wegheeft.
'Mingle in the Mincing-machine' begint met een vettig rockgitaargeluid geproduceerd door de bas. Dan introduceert Svensson met veel aandacht voor de harmonie, een thema dat zo door Keith Jarrett uitgevonden zou kunnen zijn. Bassist Berglund schakelt tijdig zijn effecten uit om met een cleane bas een harmonische tandem te vormen met de piano. Zoals eerder gezegd gebruikt E.S.T. vaak samples om een zekere atmosfeer te creëren: titeltrack 'Seven Days of Falling' zou niet mis hebben gestaan op het psychedelische 'Kid A' van Radiohead. Zwervend over een Zweedse toendraweide, ademt de zwevende piano wolkjes in de ijskoude lucht. In die wolkjes zit een hoogst dramatische melodie die alle ruimte krijgt om te ademen door het simpel ritmisch patroon van drummer Magnus Öström, die hier veel met brushes en rimshots werkt. 'Did they ever Tell Cousteau?' knipoogt dan weer naar drum 'n' bass. De drums trekken meteen stevig van leer met een hels tempo terwijl bas en piano het thema in een erg traag tempo introduceren. Öström leidt even naar een kleine climax met een roffel en het nummer breekt open met een repetitieve baslijn. De piano krijgt volledig vrijspel: een energieke pianosolo die vol zit met snuifjes klassiek. Na de solo contrasteert het tempo van de piano weer enorm met dat van de ritmesectie en overtuigt ze de bas om het tempo ook te laten zakken, zodat het drum 'n' bassritme langzaam kan uitfaden en ze kunnen eindigen met nog een laatste donker akkoord en wat elektronisch geklooi.
'Seven Days of Falling' van E.S.T. is een coherent werk dat bestaat uit tien uitermate afgewerkte en goed geproduceerde nummers (sommige drumnuances komen bvb. enkel via de hoofdtelefoon naar voren). Steeds zoekend naar nieuwe geluiden, experimenterend met elektronica en nieuwe harmonische ideeën is E.S.T. een groep die een nieuw, verfrissend windje door de jazzwereld doet blazen (Svensson: 'De Amerikaanse jazzscene is vervelend geworden aangezien ze al 40 jaar hetzelfde spelen. Het is tijd dat we meer naar de Europeanen luisteren.). Doen we!
Meer over Esbjörn Svensson Trio
Verder bij Kwadratuur
Interessante links