Hoewel 'Sateenkaarisuddelma' van de Finse geluidskunstenaar Es (Sami Sänpäkkilä) in de perstekst aangekondigd wordt als een soloalbum (gelimiteerd op 600 exemplaren), kreeg hij ook voor deze release hulp van enkele getrouwen met wie hij 75 minuten lang elektro-akoestisch in de weer is geweest. Echt minimalistisch of repetitief is de muziek bezwaarlijk te noemen, maar artisanaal en ambachtelijk des te meer. De focus ligt namelijk op zachtere, akoestische instrumenten als cello, gitaar, sax, (licht ontstemde) piano en sax. Effecten van rinkelend metaal, water dat in een branding klotst, elektronisch gekraak en keyboards vullen het klankbeeld aan.
De nummers zijn meestal opgebouwd volgens een gelijkaardig procédé; vertrekkend vanuit één geluid (van een korte pianomelodie van 3 noten tot een doorzinderende drone) vult Sänpäkkilä het geluid geleidelijk aan bij, zonder het echt te laten vollopen. Zo worden diverse lagen, elk met een eigen metrum, opgestapeld. Deze onderlinge onafhankelijkheid zorgt ervoor dat er geen vat te krijgen is op de muziek. Bovendien klinken bepaalde partijen eerder "amateurisch", zoals de onhandig hamerende piano of de elementaire saxofoon in 'Harmonia, Rakkauta'. Dit laat samen met de voorzichtige chaos weinig ruimte laat voor dromerige klankweefsels. Waar op Es' vorige album 'Kaikkeuden Kauneus ja Käsittämättömyys' de muziek nog sober en overzichtelijk bleef, krijgt die nu een vrij, improvisatorisch karakter. De nummers deinen en golven steeds verder waarbij nu eens de ene, dan weer de andere klank lichtjes de bovenhand neemt. Toch is er van een duidelijke richting of een climax nooit sprake: de luisteraar die dus te veel "wil" zal bij deze dubbelaar van Es gefrustreerd achterblijven.
Toch begint 'Sateenkaarisuddelma' uiterst uitnodigend met een eenvoudige, folkachtige melodie van 'Sateenkaarisciuurdelam I'. In het tweede deel lijken keyboards (kriskras verspreid over de twee kanalen) de melodie te willen spelen, maar door hun gestotter geraken ze niet verder dan de eerste noten, waarbij ze ook nog eens overspoeld worden door zachte snaarinstrumenten. Het feit dat ook in het derde deel van de 'Sateenkaarisciuurdelam'-trilogie herinneringen aan de oorspronkelijke melodie opduiken, doet vermoeden dat Es' nieuwe album, ondanks het diffuse klankbeeld, niet louter om vrije improvisatie draait.
De vagere contouren van de muziek beletten Sänpäkkilä niet om nog steeds op wondermooie wijze met klanken te schilderen. Vooral de tweede lp laat schitterende momenten horen, zoals de middeleeuwse sfeer van de (nu wel) repetitieve zangstemmen die worden aangevuld met ritueel, rinkelend metaal van 'Maailmainkaari II'. Geleidelijk aan worden die echter overspoeld door keyboard en orgel, die op hun beurt weer de duimen moeten leggen voor brutalere glitchgitaren. Hierbij valt op hoe Es er in slaagt om deze zo ver uit elkaar liggende werelden toch mooi in elkaar te laten overlopen. In het afsluitende 'Pianokaari' gaat hij dan weer de wollige toer op. Twee licht ontstemde piano's zitten elk in één stereokanaal en worden geschraagd door zacht gekraak en lange zangtonen: Es lijkt het publiek haast uit te wuiven. Dat ook hier de pianopartijen niet louter herhaald worden, maar evolueren naar dreunend herhaalde noten en akkoorden, laat horen dat Sänpäkkilä het voor zichzelf en de luisteraar niet over de gemakkelijkste boeg gooit.
Meer over Es
Verder bij Kwadratuur
Interessante links