Het gevaar wanneer experimentele artiesten uitgedaagd worden tot het schrijven van een soundtrack die later op cd wordt uitgebracht, is dat ze teveel experimenteren enerzijds en dat de verschillende stukjes muziek anderzijds teveel op zichzelf blijven staan, zodat de (dikwijls commercieel onvermijdbare) cd-opname geen geheel vormt. Bij deze 'Sounds from the Motion Picture' is dat helaas het geval. Cellist Ernst Reijseger, die vrij spel kreeg en quasi alle muziek zelf componeerde, heeft vooral in sferen gedacht en dat levert vaak vrij lange nummers op. Los van of dat al dan niet werkt bij de film, klinkt alles op de cd soms nogal langdradig en zou het geheel net iets meer tempo moeten hebben om er een écht avontuurlijke reis van te maken. Nu pulseert het album teveel op een gezapig hartritme, terwijl grote climaxen teveel op zich laten wachten.
Toch heeft Reijseger het lang niet slecht gedaan, integendeel: de composities voor zijn ensemble (bestaande uit maar liefst vijf cellisten!) zijn zoals dikwijls zeer herkenbaar, dankzij de warme lyrische stijl, een soort Philip Glass-aandoende repetitieve, ostinate bas en een Balkanachtige solopartij in de celli, op het klavier of bij het accordeon. Ook humor is Reijseger niet vreemd, wat hij (en zijn medemuzikanten trouwens ook) via korte, expressieve stukjes bewijst. Anderzijds durft de muziek van 'My Son, My Son, What Have Ye Done' helaas neigen naar nogal klef sentiment, voornamelijk wanneer de baslijn blijft aanslepen en de cellomelodie maar niet tot een einde lijkt te willen komen. Bij sommige tracks duurt het een eeuwigheid voor ze op gang komen, terwijl andere zelfs totaal overbodig lijken binnen het totaalplaatje.
Op zich niet mis, maar eveneens te vaak gehanteerd is de stem van Mola Sylla, die al eerder intens samenwerkte met Reijseger. Hij laat heel droevige elegieën optekenen, maar bleek een tijdje terug ook live in deSingel heel beperkt en dat wreekt zich hier eens te meer. Tot slot is, naast het gebrek aan coherentie, de overmatige experimenteerdrift een heikel punt. De cd bevat bijvoorbeeld twee zwoele Spaanse meezingers van Chavela Vargas (een gekend liedkunstenaar in eigen land), maar echt aan de ribben kleven doen deze eenzijdige, vrolijke stukken eigenlijk niet. Daarenboven ridiculiseren ze het ganse project enorm. Ook de alledaagse geluiden die doorheen de opname werden gemixt, zijn eigenlijk elementen die net zo goed achterwege hadden kunnen gelaten worden. Dat zou in elk geval aangenamer geweest zijn voor de toehoorder...
De sfeer en de grote muzikaliteit van het ensemble blijven de meest uitgesproken pluspunten, en eenmaal de luisteraar in de puls van het album terechtkomt, is het gemakkelijk wegdromen. Toch heeft deze muziek alles bij elkaar te weinig om het lijf om een cd-opname van meer dan een uur aan te wijden. Hoewel de film van Werner Herzog, een geroemd cineast waarvoor Reijseger al eerder muziek schreef, allicht door en door boeiend is (zeker omdat de film door niemand minder dan David Lynch werd geproduceerd!), kan van de muziek helaas niet altijd hetzelfde gezegd worden.