Hermann Wolf oftewel Ermanno Wolf Ferrari (hij nam de naam van zijn Italiaanse moeder aan toen hij zich in Italië vestigde) leefde in de vroege twintigste eeuw maar keerde zich bewust af van de muzikale avant-garde van zijn tijd – zozeer zelfs dat een modernistisch criticus als Theodor Adorno het niet eens de moeite waard vond een kritiek aan hem te wijden. Maar als men Wolf Ferraris muziek op zich beluisterd ontdekt men weinig gekende pareltjes van werken die melodieus zijn en erg knap gecomponeerd zijn. Deze drie concerti, voor hobo, althobo en fagot werden in de jaren na de eerste wereldoorlog gecomponeerd, nadat Wolf Ferrari in Duitsland en Italië naam had gemaakt met een aantal bijzonder succesrijke opera's.
Hoboist Diego Dini Ciacci speelt zelfzeker en met een soepele, brede klank maar soms nogal afgemeten. Het is alsof hij zich niet zo goed thuis voelt in Wolf Ferraris elegante, zorgeloze muziek. Het vrije begin van het scherzo uit het hoboconcerto wordt strikt in de maat uitgevoerd, als hoofdmelodie in plaats van als cadens die naar de hoofdmelodie verwijst. Maar zijn hobospel, waar constant een lichte vibrato in te bespeuren valt die hem de nodige gevoeligheid geeft, is verder onberispelijk. En op althobo maakt zijn solide klank dat hij erg zelfzeker maar ook genuanceerd overkomt. Zo is het samenspel tussen orkest en solist in het scherzo van dit concerto nagenoeg vlekkeloos en het resultaat bezit een onuitblusbare energie.
Fagottist Paolo Carlini begrijpt de romantiek in Wolf Ferraris muziek duidelijk totaal en zo spreekt uit het openingsdeel van het fagotconcerto de verfijning en het verlangen van een zomernachtelijke serenade, waarbij de fagot speels maar tegelijk triest de dialoog met de strijkers en hoorns aangaat. Het scherzo ('strimpellata') is gebouwd rond een van Wolf Ferraris meest toegankelijke melodieën en bezit bij Carlini een levensvreugde die onmiddellijk aanspreekt. Het langzame derde deel wordt in een prachtige lyrische stijl gespeeld, terwijl de finale met onverwachte accenten en heel natuurlijke en geëngageerde fraseringen frivool gehouden wordt.
Wat een verrassing is een cd als deze: Ermanno Wolf Ferraris muziek is (en daarin geef ik mijn collega Steven De Waele groot gelijk, die recent een cd met precies dezelfde werken erop besprak) vindingrijk, luchthartig en melodieus. Hij bewijst dat tonale componisten nog lang niet uitgesproken waren aan het begin van de twintigste eeuw en zeker even ingenieus en verrassend uit de hoek konden komen als de muzikale avant garde uit die tijd. Als het hoboconcerto zonder meer verdienstelijk uitgevoerd wordt, dan is de uitvoering van het fagotconcerto er eentje om de koesteren, gevarieerd, toegankelijk en melodieus!
Meer over Ermanno Wolf-Ferrari
Verder bij Kwadratuur