Stilstaan is achteruitgaan. Als de uit West-Vlaamse klei geboetseerde jazzpianist Erik Vermeulen een voorkeur heeft qua volkswijsheden, dan zou het wel eens die kunnen zijn. Hebben de meeste mensen naarmate ze ouder worden de neiging om terug te vallen op gewoontes die zich al jaren lang routineus in stand houden, dan is bij deze in 1959 geboren muzikant eerder het omgekeerde aan de hand. Vermeulens lyriek, die eens herkenbaar, zangerig en relatief doorzichtig was, wordt steeds meer amorf. Op 'Asterisk', zijn jongste trioplaat, lijkt Vermeulens taal – eens behoorlijk conventioneel – in regressie te gaan, als het ware terug te plooien op het negatief van wat de pianist in het verleden deed. Ornamentatie en omspeling: het zijn elementen waarmee Vermeulen zich steeds minder gaat bezig houden. De man zoekt duidelijk naar essenties, die voorbij de grenzen van de tonaliteit verborgen liggen. Met dat zoeken, vindt overigens ook een verregaande muzikale nuancering haar weg naar dit album. Atmosferen worden haast onbenoembaar, zoals al duidelijk wordt in openingstrack 'Illegal Beauty'. Droefenis? Troost? Bevrijding? Welk vocabularium kan de schemerzone waarin Vermeulens muziek zich bevindt, recht doen?

Abstracter musiceren binnen een trio is geen vanzelfsprekendheid. Als de contrabas en de drums niet mee willen in een verhaal dat minder welomlijnd is, dan kan de muziek onmogelijk zo schimmig zijn als diegene aan de toetsen voor ogen heeft. In Vermeulens trio zetelen echter alleen musici die niet terug deinzen voor avontuur. Ze zitten volledig op zijn golflengte voor wat betreft de ontwikkeling van zijn hersenspinsels. Op 'Asterisk' moet werkelijk alles zich een weg zoeken: de drums en de contrabas even goed als de piano. In 'Flux' beneemt een mistig gordijn het zicht op wat komen gaat: de compositie is een voorzichtig rondtasten, maar in de vagelijk bekende contouren komt nooit een duidelijke gedaante tevoorschijn. 'Asterisks' vormt een voor dit album typisch tegengewicht. Dit nummer is opvallend beweeglijker en sierlijker, maar even ongrijpbaar qua karakter. Manolo Cabras laat zijn contrabas hevig stuiptrekken, terwijl Marek Patrman het gegeven percussie opnieuw probeert uit te vinden. Vermeulen laat zich in dit kader, waarin alleen totaal vrije improvisatie getolereerd wordt, van een bevlogen kant zien. Of het geheel daarom ergens naar toe gaat, is een vraag waarover Vermeulen en co allicht zouden zeggen dat ze irrelevant is. 'Asterisk' is bovenal een album waarop het proces en de onmiddellijkheid van de intuïtieve beslissingen die doorheen dat proces worden genomen centraal staan. Een uitkomst? Is dat belangrijk?

Een oordeel vellen kan alleen aan de hand van criteria. Een album dat zich geheel buiten de geijkte criteria begeeft moeten beoordelen, vergt logischerwijs andere criteria dan de gebruikelijke. Dewelke? Intensiteit is een parameter waarmee Vermeulen en co duidelijk aan de slag gaan. Ze laten hun muziek nooit aanmodderen, maar laten die voortdurend pulseren en stellen die met grote regelmaat in vraag. Spreekwoordelijk "thuiskomen" is er op 'Asteriks' zelden bij, want aan het eind van een improvisatie is men dikwijls nog verder van huis dan men initieel al was. Wat is bijvoorbeeld 'Nocturne 2' anders dan een zin zonder interpunctie, een frase die minuten duurt en dan ineens ophoudt te bestaan? Om daarna weer een vergeldingsactie op te zetten met 'Quick Look', evengoed een nummer dat uit het luchtledige ontstaat, om er vervolgens in op te lossen. Net in dat vreemde aspect schuilt de magie van dit album: quasi zonder bouwstenen musiceert dit trio vijftien brokjes mystiek bij elkaar. Die mystiek blijft echter niet hangen: ze manifesteert zich doorheen de ganse duur van het album, maar verdwijnt met Vermeulens laatste noot. Replay. Waarna de tovenarij van geblinddoekt prevelen opnieuw kan beginnen...

Meer over Erik Vermeulen Trio


Verder bij Kwadratuur

Verder bij Spotify
Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.