De trompettist Eric Vloeimans is een gevestigde waarde in de Nederlandse jazz-scene. In 2001 toerde hij door Nederland met Gatecrash, een formatie met grote elektrische inslag (en ondermeer de Belg Teun Vertruggen achter de drums.) Op dit live album spelen echter allemaal andere muzikanten mee – op Vloeimans na dan. De rode draad is dus de elektrische sound. Naast zes uit de kluiten gewassen instrumentale nummers staat er ook een song met gastzangeres Fay Lovsky op deze cd.
'V-Flow' begint met een dansend borsteltjesritme van de drums, waarover de trompet een onderkoelde melodie met gerokken lijnen en veel echo uitspint. Een gezapig hobbelende bas valt in, iets later gevolgd door rhodes-klanken met een erg grote delay. Het melancholische maar gezellige karakter van het geheel wordt gebroken door een intermezzo van deze ijlere synthetische klanken. Dit opent de weg voor de solo's, waarin iets meer spanning opgebouwd wordt. Toch houdt het nummer vast aan een essentieel voorbijwandelend, weinig aangrijpend karakter. Dan is 'Laurine' veel meer confronterend. Het erg korte thema, dat doet denken aan kinderliedjes en Miles Davis, wordt meteen gevolgd door een solo op toetsen die een psychedelische speelgoedwinkel lijkt te beschrijven: grillig, explosief én lollig. Ook in de daaropvolgende trompetsolo wordt gewerkt met bizarre effecten, die het trompetgeluid bijvoorbeeld plots ontdubbelen tot een heel koor. Dankzij het vlotte tempo en een goede samenwerking weet men de boel nog net bijeen te houden, waardoor het nummer aan het eind van de rit zowel een overdonderende als een geinige indruk weet achter te laten. 'Images of Washington' breekt dan de toon van de plaat met de stem van Fay Lovsky. Warm en soulvol als die mag wezen, ze kan de flauwe aard van het nummer niet helemaal goedmaken. De hese, lyrische trompetsolo is erg mooi van opbouw, maar kan het slepende, voortsjokkende nummer ook niet de nodige impuls geven. Met 'To Jon' trekt Vloeimans dan de kaart van de dromerige klanklandschappen, waarin bijtende en snerpende synthetische en gemanipuleerde geluiden zich maar heel geleidelijk loswerken en verzetten tegen een eensgezinde, zelfs erg nadrukkelijke grondlaag.
Gatecrashin' bereikt zeker het geluid dat het uitgangspunt vormde voor het album en weet daarbij steriliteit te vermijden. Bovendien blijft alles tamelijk toegankelijk, zodat een beetje doorzettingsvermogen al zeer snel beloond wordt met de ontdekking van mooie wendingen en verborgen emotionaliteit. Toch had de plaat net dat ietsje meer durf, zweterigheid en originaliteit kunnen gebruiken.
Meer over Eric Vloeimans
Verder bij Kwadratuur
Interessante links