Bassist Eric Revis is de veertig voorbij, maar komt met 'Laughter's Necklace of Tears' pas met een tweede plaat onder zijn eigen naam. Daar zal zijn drukke agenda aan de zijde van Betty Carter, Jeff "Tain" Watts en vooral Branford Marsalis zeker voor iets tussen gezeten hebben. Opvallend op deze plaat zijn Revis' composities die vol zitten met muzikale kapoenenstreken: geen muzikale aardverschuivingen, maar hoekjes en kantjes die de muziek en de luisteraar blijven prikkelen. Nu eens wordt een nummer gezegend met een hoekige ritmiek van inhakende blazers, dan is er weer een vleugje country en funk of blijkt de begeleiding van een bijna klassieke ballad ritmisch en harmonisch net iets te onstabiel om gewoon traditioneel te zijn ('Faith in All I Fear').

Van alle muzikanten op deze plaat heeft Revis de meest klassieke frasering. Saxofonisten John Ellis en Stacy Dillard en vooral pianist Orrin Evans houden er in hun solowerk een ritmisch en melodisch meer tegendraadse visie op na, wat vooral opvalt in het knappe 'O'. In dit stuk wordt een swingritmiek geregeld afgewisseld met een meer uptempo groove. Deze tempowisselingen zijn niet alleen te horen tijdens het thema, maar worden ook volgehouden tijdens de solo's, waarbij vooral Evans er hier en daar op inpikt.

Andere knappe stukken zijn 'Suicide 4 Life' waarin een motiefje herhaald wordt, maar steeds gevarieerd in toonhoogte, harmonisatie en intensiteit. Heel knap hierbij is de kleurwerking van de inside piano, gecombineerd met melodica. Het funky randje van dit nummer steekt scherp af tegen de meer vrije benadering in 'Grafting Silence' waarvan drummer Gerald Cleaver de motor is. Stevig doorrollend is hij van de eerste tot de laatste seconde all over the place zonder ergens echt luid te worden. Zijn hyperactieve basislaag geeft de blazers een goed excuus om eens extra grillig en nerveus voor de dag te komen. De constante drumactie die hier zo duidelijk speelt, is ook op de andere tracks te horen, zij het dan in minder expliciete gedaante. Cleaver doet net altijd dat tikkeltje meer om zich een eigen plaats in het geheel te verwerven, iets wat mooi aansluit bij de licht afwijkende composities op deze plaat.

Naast de speelse complexiteit van bepaalde nummers is 'The Deaf Schizophrenic' een amusant, maar muzikaal hoogstaand tussendoortje. De licht dissonante saxen, de hoempabegeleiding, de waggelende bas en het lijntje van de melodica zorgen voor een polyfonie met cartooneske trekjes. Voor Monks 'Shuffle Boil', waarmee de plaat sluit, wordt nog een stapje verder gegaan door de tussenkomsten van gitarist Oz Noy. De distortion en de licht slepende ritmiek maken zijn bijdrages schatplichtig aan het hardere gitaarwerk. Het effect is echter wat gemakkelijk, opzichtig en onnodig voor een 'Laughter's Necklace of Tears', een plaat waarop knappere arrangementen te horen zijn met minder expliciete middelen.

Meer over Eric Revis


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.