Twee jaar na ‘The Vox’, het eerste album van de Belgische pianist Eric Legnini met The Afro Jazz Beat verschijnt ‘Sing Twice!’ met instrumentaal grotendeels dezelfde bezetting, maar nu met niet minder dan drie vocalisten die allemaal volop de ruimte krijgen.

‘Sing Twice!’ is een van die cd’s die een mens met een gerust geweten cadeau kan doen aan vrienden “die wel iets met jazz hebben”. Pretentieloos en spontaan als altijd maakt Legnini het de luisteraar niet moeilijk. Zijn soepele ritmiek en sappige articulatie verraden opnieuw veel verwantschap met soul. Hoe vlot het allemaal ook draait, nooit zoekt hij de loutere virtuositeit op. Legnini’s spel is steeds ingebed in een funky, soms wat blues-achtige groove, zonder diep in het ritmische hout te kerven.

Drummer Franck Agulhon tikt weer een vrolijk eind weg en bassist Thomas Bramerie kan zijn collega’s lekker dragen zonder louter onderdanig te klinken. Toch betwisten de twee sidemen op geen enkel moment de leidersrol van de pianist of de vocalisten.

Van die zangers is Hugh Coltman met drie verschijningen het meest aanwezig. Zijn licht nasale stem doet vaag denken aan Ozark Henry of met wat verbeelding zelfs aan Thom Yorke. Zeker wanneer die in ‘Snow Falls’, een nummer dat licht opgestuwd wordt door een treintje van drums en een herhaalde pianonoot, gecombineerd wordt met een harmonisatie die wel erg veel aan ‘Paranoid Android’ doet denken, een referentie die ook later in het album nog de kop zal opsteken.

Van enige Afro is bij Coltman of in de instrumentale nummers geen sprake. Daarvoor is het wachten op de verschijningen van Mamani Keita. Met drie blazers in blok en net iets anders uitgewerkte percussie, zweeft alleen in haar twee nummers een Afrikaans parfum rond. Echt zwaar inzetten op het zwarte continent is er echter niet bij. In ‘Yan Kadi’ mag de drumpartij dan aangevuld worden met extra percussie, op geen enkel moment ontstaat de gelaagde ritmiek die over de maatstructuren heen durft te denken. Voor ‘The Source’ wordt geopteerd voor een schommelend Touareg-gevoel, waarbij de wolken van de blazers en de grootse pianoakkoorden het prentje op een hoogst genietbare manier komen “verstoren”.

De vocaliste die slechts een maal mag opdraven is Emi Meyer. De vermoorde onschuld die in haar stem te horen is en het plots opklarende refrein maken ‘Winter Heron’ echter wel tot de schattigste track op de cd: muziek heeft niet veel nodig om te charmeren.

Helaas gaan Legnini en zijn troepen op ‘Sing Twice!’ ook niet verder dan dat charmeren. Op geen enkel moment wordt de luisteraar verrast of uitgedaagd, waardoor het album vlot binnenkomt, maar ook wat spoorloos verdwijnt. Bovendien bouwt Legnini zijn nummers weer vaak op korte, vamp-achtig motiefjes die dan herhaald worden. Dat werkt in het begin aanstekelijk en zorgt voor vertrouwdheid, maar met het vorderen van het album verwordt het meer en meer tot een trucje dat in de jaren ’60 en ’70 al danig opgebruikt werd.

Dat Legnini’s trio met ‘Cinecittà’ uiteindelijk nog wat mooie Italiaanse filmnostalgie uit de mouw schudt, maakt ‘Sing Twice!’ helemaal tot een cd waar men moeilijk iets tegen kan hebben. En net dat is (opnieuw) de zwakte van een mooi klinkende Legnini-album.

Meer over Eric Legnini and The Afro Jazz Beat


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.