De jazz avant-garde houdt zich veelal op in de schemerzone tussen compositie en improvisatie. Het op een originele of interessante manier verbinden van deze twee concepten, met harmonie als leidraad, behoort tot de boeiendste uitdagingen die een jazzmuzikant zich vandaag kan stellen. Cornettist Eric Boeren laat zich wat dat betreft al geruime tijd inspireren door het Ornette Coleman Quartet, dat eind jaren vijftig aan wieg van de freejazz stond. Het oeuvre van deze legendarische band was ooit het vertrekpunt voor Boerens eigen kwartet, wat ook op 'Coconut' nog sporen nalaat.

Op eerdere albums van het Eric Boeren 4tet was het gros van de gespeelde stukken afkomstig van Coleman, maar van de 11 tracks op het in 2012 uitgebrachte 'Coconut' zijn nog slechts 2 van de hand van de Amerikaanse altsaxofonist. De groep, met Michael Moore (sax), Wilbert de Joode (contrabas) en Han Bennink (uitsluitend op snaredrum) speelt hier vooral eigen werk en dat volgens een methode die het resultaat is van een jarenlange samenwerking. De muzikanten krijgen in de uitvoering veel vrijheid en moeten slechts rekening houden met de kern waaruit wordt vertrokken. Dat zijn veelal deuntjes die fungeren als kapstok waar de improvisaties aan worden opgehangen. In 'What Happened at Conway Hall, 1938?' en 'Shake Your Wattle', twee tracks die als een mini-suite fungeren, wordt dit uitgebreid gedemonstreerd. Het neergeschreven materiaal is hier minimaal, maar toch weten de groepsleden met hun improvisaties een richting te kiezen die de stukken op een originele manier in elkaar doet klikken.

Ornette Coleman is op deze plaat dan wel minder expliciet aanwezig, qua stijl is zijn invloed nog steeds dominant. De kruising van New Orleans jazz met zijn Creoolse elementen en de vrijheid en onvoorspelbaarheid van freejazz vormen nog steeds een cocktail die tegelijk aanstekelijk en uitdagend klinkt. Zo zijn de thema's van 'Journal' en titeltrack 'Coconut' deuntjes die niet zouden misstaan in optochten van oude marching bands en vormen ze in hun sierlijke eenvoud tevens een ideaal lanceerplatform voor solo's en improvisaties van vooral Boeren en Moore. Ook Bennink laat zich niet onbetuigd. Door uitsluitend gebruik te maken van de snaredrum zit hij zijn medemaats voortdurend achter de veren en legt daarbij een onwaarschijnlijke variatie aan de dag. Als een op hol geslagen machine rijgt hij de ene partij aan de andere vast, terwijl de overige drie de muziek in de breedte opentrekken.

Het kwartet bouwt aan haar improvisaties in een sfeer van eendracht. Er ligt niemand dwars eenmaal een richting wordt gekozen, hoewel Bennink het af en toe niet kan laten wat in het vuur te poken door grote dynamische contrasten te creëren. Alles verloopt bovendien zo vanzelfsprekend dat het niet opvalt dat deze muziek grotendeels ter plaatse werd gecreëerd. Muziek spelen en spelen met muziek komen dan ook zelden zo dicht bij elkaar als bij het Eric Boeren 4tet.

Meer over Eric Boeren 4tet


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.