De dertig pas voorbij zijn en kunnen debuteren in de muziekindustrie onder het toeziend oog van gasten als Josse De Pauw, Gregory Frateur, Tom Pintens en Eric Thielemans: die Ellen Schoenaerts moet wel een dame zijn met een verhaal. Naast dat verhaal valt op haar album 'Feiten.' niet te kijken: de Vlaamse maakt de balans op van haar leven en zingt over de pijn, de onmacht en het torment dat haar dagelijks om de schouders valt. Daarvoor doet ze beroep op een fantastisch kwartet, waarin Liese Van Der Aa haar viool opneemt en voor effecten zorgt en daarnaast nog multi-instrumentalist Tijs Delbeke (onder andere ingelijfd bij datzelfde Dez Mona) en Ephraim Cielen zetelen. Het producen was tot slot in handen van Simon Lenski, die onder meer DAAU mede gebracht heeft waar het vandaag staat. Een hele hoop schoon volk bij elkaar dus, maar verricht dit dream team ook een wonder op cd?
Een eigengereide sfeer heeft dit debuut zeker. De songs baden in ongewone, vaak dromerige tinten waarop Schoenaerts vrijuit kan mijmeren. Dez Mona, dat hier voor een aanzienlijk deel gerepresenteerd is, klinkt door in een sound die zich niets aantrekt van genres of structuren en alleen probeert volledig "aanwezig" te zijn in het muzikale moment zelf. Nummers worden ook hier langgerekte climaxen, zoals in het overweldigende titelnummer dat alle voorgaande en volgende naar de kroon steekt. De gelaagdheid van de composities zorgt er bovendien voor dat men niet uitgeluisterd geraakt op de tien nummers die 'Feiten.' telt. Gastzangers met uiteenlopende timbres, backing vocals vanuit de buik van de stereo-installatie, de ritmiek van een zich in alle discretie voltrekkende baslijn of verdwaalde gitaarlijnen die maar wat rond lijken te dwalen: muzikaal schept het Ellen Schoenaerts kwartet een donker, tintelend universum dat de luisteraar helemaal kan opslorpen. Daarbij komt dan Schoenaerts' ruwe stem, waarvan het minder evident is dat ze iemand meezuigt naar de diepste krochten van de ziel van de vocaliste. Wanneer Gregory Frateur bijvoorbeeld even komt meezingen, is er sprake van een duidelijke discrepantie: de zielepijn die Schoenaerts voor de wolven gooit, heeft iets verkrampt.
Een gewrongen gevoel houdt de luisteraar niet alleen over aan Schoenaerts bijtende stem, maar ook aan de teksten waarin de debutante wel erg veel van zichzelf bloot geeft. Zelfs wanneer het nichtje van Matthias Schoenaerts zich van een wat poëtischer toon lijkt te bedienen, is de suggestie ver zoeken. Elders is er zelfs als het ware sprake van emotioneel exhibitionisme. De integriteit ontbreekt en de grote thema's waar 'Feiten.' het probeert over te hebben, leiden tot de vaststelling dat hoewel Schoenaerts' verdriet misschien diep onderhuids gegrift zitten, het er muzikaal te larmonyant uitkomt.
Niemand heeft het recht om de doorwrochte liefdesgeschiedenis die op 'Feiten.' is gestrand te minimaliseren. Alleen laat de muzikale sublimatie de luisteraars met vraagtekens zitten: waarom het op een exuberante manier over dingen hebben waar een mens doorgaans in een hoekje om staat te huilen?