Deze ontmoeting tussen de akoestische cello van Alex Waterman en de elektronische manipulaties van Belgisch drum'n'basspionier Yves De Mey (Eavesdropper) is eerder een combinatie dan een confrontatie te noemen. Vrij van grote dramatische gebaren, gaat het hier meer om de poëzie van de klank dan om een verhaal: de klanken en hun evoluties doen hier het werk, niet één of andere expliciete emotie. De muziek wordt nooit brutaal, maar ook nooit melodisch. Thema's of melodieën worden eerder gesuggereerd. Sommige tracks mogen dan gebouwd zijn op korte riffachtige cellofiguren, deze brokkelen vaak snel af om plaats te maken voor andere geluiden.
Via diverse technieken (strijken, pizzicato, een extra snaar ...) wordt het klankspectrum van de cello gevoelig uitgebreid: zuchten, hijgen of letterlijk het uitrekken van een snaar. Af en toe worden deze verschillende cellogeluiden dan nog eens gestapeld. Dit effect wordt bekomen doordat de bijspringende elektronica alleen uit gemanipuleerd celloklanken bestaat. Vaak gaan deze manipulaties echter zo ver dat het originele geluid totaal onherkenbaar wordt en de klank verschuift richting plopjes, geratel, ronken, zoemen en even ook scherper snijdende geluiden. Meestal echter klinkt het geheel uiterst afgerond en aangenaam. Opmerkelijk is het ontbreken van loops: hierdoor veranderen de klanken steeds en blijft elke track permanent boeien. Het ontbreken van beats versterkt deze vloeiende sfeer. De enige houvast zijn lichte pulsen. Dit alles resulteert in een geweldig transparant geluid. Als het ware een web van klankjes waarin geen enkele stem ooit overheerst. De luisteraar krijgt zo de kans om elke keer zelf een andere 'hoofdstem' te kiezen. Muziek als quasi oneindig muzikaal zelfbouwpakket.
Toch wordt de luisteraar niet zondermeer het veld van puur geluid ingestuurd. Hoe abstract de muziek ook mag zijn, ze prikkelt vaak de verbeelding. Zo klinkt 'Ailic' zachtjes deinend. 'Liiac' begint dan weer met een glinsterend geluid dat beelden oproept van ruimtestemmetjes uit oude sciencefiction films. Geleidelijk aan verschuift de sfeer echter naar een nevel elektronica die komt aanzweven en ten slotte geven de verschillende lagen celloklanken een cadans aan waardoor het nummer op stap lijkt te gaan. Opmerkelijk is de slottrack 'Epicycle'. De elektronica, die klinkt als een zwerm overtrekkende vogels, wordt beantwoord door een steeds heviger wordende cello zonder dat deze daarom luider gaat klinken. Deze zachte agressie keert later terug in de ingehouden dreunen. Alsof de cello iets wil uitschreeuwen, maar te hees is om het andere echt te overstemmen. De enige vluchtweg blijkt dan nog maar eens de auditieve poëzie. En deze route werkt. De hele cd lang.
Meer over Eavesdropper & Waterman
Verder bij Kwadratuur
Interessante links