DuOud ontstond toen de Algerijn Mehdi Haddab de Tunesiër Smadj ontmoette. Haddab, een udi, had net zijn eerste uitstapjes gemaakt in de elektronica en Smadj, die al eerder twee albums uitbracht met een mix van jazz en elektronica was begonnen met zich de geheimen van de ud meester te maken. Deze zeer complementaire formatie leidde in 2003 tot een eerste album, 'Wild Serenade'.
Voor een Westers oor komt de Arabische muzikale traditie nogal eens ten onrechte over als een "monochroom" geheel. Maar toen DuOud in het kader van een uitwisseling terecht kwamen in Yemen, schrokken ook zij zich een spreekwoordelijk hoedje: ze leerden een totaal andere benadering van hun instrument kennen. Deze plaat van overwegend traditionele nummers werd opgenomen met Abdulatif Yagoub, een Yemenitische zanger-udi en Ahmed Taher, die de mismar bespeelt, een traditioneel dubbelriet instrument.
'Sakat', wat zoveel betekent als "stilte", vormt het leidmotief van deze plaat. Onder invloed van een orthodoxe vorm van Islam werd muziek een hele tijd verboden in Yemen. Ook de samenwerking met Erik Truffaz, de jazztrompettist die bekend is om zijn gebruik van muzikale stiltes, kan niet toevallig genoemd worden.

'Ya Janiat' opent de plaat met een inleiding op de mismar. De klank houdt het midden tussen een doedelzak en een draailier. Al snel neemt de repetitieve zanglijn van Yagoub de boel over, ondersteund door stampende elektronische beats, percussie en koortjes. De ud vult de leemtes in met vingervlugge trekjes, en een instrumenteel elektronisch tussenspel van mismar en etherische klanken trekt de boel halverwege open, om vervolgens terug te keren naar de zanglijn.'Taksim Sakat' houdt slechts iets langer de schijn hoog van een volledig klassiek nummer te zijn. Een traditionele opening op ud zet het nummer in gang, maar op de achtergrond weerklinken op al vreemde geluidjes die duidelijk niet door een snaar en een houten klankkast geproduceerd worden. Na een ruime introductie valt de stem van Yagoub in. De lang uitgesponnen, weemoedige zanglijnen –het lijkt wel of het nummer een enkele langerekte zin omvat- raken volledig verweven met de begeleidende ud en er ontstaat een uitgekristalliseerd pareltje van sereniteit. Allicht is een gedegen kennis van het Arabisch geen overbodige luxe om de vaak declarerende zanglijnen ten volle te waarderen.
Ondanks de titel van de plaat, is het net de sereniteit die te weinig ruimte krijgt. Beats, elektrische gitaren en elektronische klanken worden er bijvoorbeeld in 'Sakat' schijnbaar bijgestopt om net die leemtes te vullen die de ideale aanvulling zouden vormen van de hoogstaande virtuositeit van de zanger en instrumentalisten.
In het samenbrengen van totaal verschillende muzikale benaderingen is de plaat echter vaak heel verdienstelijk. 'Illhdah al Aakerh' mengt bijvoorbeeld de desolate, huilende dialoog van Truffaz' trompet en Taher's mismar met opzwepende koorzangen, een klassieke begeleidende ud en wriemelende elektronica om het geheel samen te lijmen.

Dit album heeft erg traditionele muziek weten te vermengen met hypermoderne invloeden, fijnzinnige muzikale frases met grooves, zonder te vervallen in Arabische kitch-pop. De nominatie van 'Wild Serenade' voor de BBC 3 Award for World Music was dan ook niet ten onrechte. Het ontbreekt de songs dus zelden aan interessante muzikale ideeën, integendeel, vaak geraken de nummers eenvoudigweg te vol gestouwd om al het moois te kunnen appreciëren. Minder had meer kunnen zijn.

Meer over DuOud & Abdulatif Yagoub


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.