Wie ‘Autumn Songs’ van Ig Henneman en Ab Baars wil beluisteren als kennismaking met het tweetal, kan best gewaarschuwd worden: dit zijn de twee in hun meest uitgekristaliseerde en soms ook abstracte vorm. Evidente romantiek is in geen velden te bespeuren, soberheid overheerst.

De herfst, het moet zowat het meest gebruikte opstelonderwerp van de lagere school zijn. Baars en Henneman baseren hun verschillende composities en improvisaties (vaak is het onderscheid niet helemaal duidelijk) echter in de eerste plaats op gedichten van ondermeer William Blake, W.B. Yeats en Guillaume Apollinaire, al zijn er ook heel wat parallellen te trekken met het weemoedige seizoen.

Net zoals de herfst een naderend einde aankondigt en bekend staat voor haar eindeloze kleurnuances, zo spelen Baars en Henneman met een licht “beschadigde” klank en vermijden ze grote excessen. Baars haalt zijn beverige, licht jankende en wat “op leeftijd” tenorsaxgeluid boven en Henneman geneert zich niet om half krassend en quasi “vals” voor de dag te komen. De twee zijn de modegrillen en het zichzelf moeten bewijzen immers al lang voorbij. Wat overblijft is de essentie: kwetsbaar en bij momenten voyeuristisch intiem.

Klassiek “mooi” is het spel van de twee zelden te noemen, maar net daarom fascineert het zo sterk. De ontregelde driestemmigheid waarbij Baars één klank levert en Henneman in dubbelgrepen speelt, destabiliseert de muziek permanent en zorgt in ‘Brows of Morning’ voor een snel verdampend Oosters parfum. In ‘Nine and Fifty Swans’ zorgt de schuivende altviool voor een instabiliteit die nog vergroot wordt door het wondermooie samensmelten met het geluid van de zangerige klarinet.

Het kan echter ook met minder, zoals in minimalistische stukken als ‘Winter Comes to Hush her Song’ en ‘Restlessly’ die niet zozeer repetitief zijn, maar veel ruimte laten in de individuele partijen. Van een andere sobere orde is ‘The Clouds Go’ waar de lang gerekte en vaak abstracte geluiden van Baars en Henneman als tergend traag voorbij trekkende wolken passeren, waardoor de muziek lijkt te verdampen. Van harmonische of melodische houvast is hier hoegenaamd geen sprake. Die is er dan weer net wel in het quasi klassieke ‘Poor Autumn’. De walsende melodie laat de meest herkenbare kant van het duo horen, maar niet zonder opnieuw het herfstrandje: Baars’ klarinet klinkt hier soms als de trillende sopraansax van Sidney Bechet en Henneman laat de klank van de altvioolklank subtiel verkleuren.

Het meest fascinerende aan ‘Autumn Songs’ is echter het samenspel. Vaak is er een thematische verwantschap te horen tussen Henneman en Baars, maar de kans dat die bij een eerste beluistering onopgemerkt blijft is reëel. Korte momenten van herkenning zijn even snel weg als ze opkwamen: het wisselen van rol of zeldzame momenten van homoritmiek of unisonospel.

Bovendien is het melodisch materiaal vaak heel bescheiden. Zo is ‘Heavy Cargo’ (toevallig met die titel?) gebaseerd op het verbasterde kopmotief van het Russische lied van de boottrekkers van Wolga, waarbij Baars en Henneman uit een riff van vier noten een hele melodie ontwikkelen en aan elkaar doorgeven. ‘Rain Curtains’ lijkt zelfs te ontstaan uit de loutere klank van Baars’ shakuhaichi. De brede zangerige, maar bescheiden melodie die ontstaat, wordt bovendien in verschillende lagen gespeeld. Waar Baars de lijn duidelijk poneert, zorgt Henneman tegelijkertijd voor een parafrasering en een ondersteunende pedaalnoot. Ingenieus werk dat verstopt wordt achter een gordijn van soberheid. Henneman en Baars spelen inderdaad het spel van de subtiele tinten. En het zijn er een pak meer dan vijftig.

Meer over Duo Baars-Henneman


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.