In de geschiedenis van de Franse muziek neemt de figuur van Henry Du Mont (1610-1684) een belangrijke plaats in. De man heette eigenlijk De Thiers en kwam uit Maastricht maar veranderde zijn naam nadat hij naar Parijs trok. Daar introduceerte het Italiaanse principe van de basso continuo, de doorlopende baslijn die de harmonie van een stuk bepaalt, een principe dat hij in het prinsbisdom Luik had leren kennen in uit Italië geïmporteerde religieuze muziek. Daarmee is Du Mont een overgangsfiguur tussen Renaissance en barok, net als bijvoorbeeld Monteverdi dat was in Italië.
Het eerste wat over deze opname gezegd kan worden, is de nogal onregelmatige kwaliteit van het orgel van de Sint-Janskerk in Beaufays. Soms klinkt het overweldigend en wanneer het zangers begeleidt, klinkt het instrument zacht en bescheiden. Tot zover alles goed maar absoluut ongenietbaar is het ‘Du Cantique des Cantiques’. In het eerste van die drie stukken vormt de interne mechaniek van het instrument (als het dat is tenminste, het zouden evengoed erg luide vogelgeluiden kunnen zijn ook) een constant, snerpend geluid bij de muziek: van cdspeler veranderen helpt niet, het is weldegelijk de opname zelf die voor dit storende en onaangename geluid zorgt. In het laatste stuk speelt het orgel met een constante, wijde vibrato die volkomen verstoken is van enige muzikaliteit en aan de klank van het goedkoopste hammondorgel doet denken. Waarom een label met een goede naam als Ricercar voor zulk een instrument kiest, op een opname met verder goede prestaties en uitvoerders is onbegrijpelijk.
Want verder valt er veel positiefs te zeggen over deze uitgave. Du Monts religieuze werken zijn een aandachtige beluistering waard en het Kamerkoor van Namen en haar dirigent Bruno Boterf beschikken over goede zangers en instrumentalisten. Een klein ensemble van viool en continuo begeleidt de zangers – al blijft dit in de eerste plaats vocale muziek met instrumenten die op een duidelijke tweede plaats komen. Vooral de sololijnen voor viool klinken comfortabel en natuurlijk en bezitten een directe, toegankelijke charme.
Ook de zangers vallen erg mee. De mannelijke stemmen mengen goed en zorgen voor een verzorgde, vlotte lezing van homofone, Gregoriaanse passages. Vocale ensembles voor drie of meer stemmen klinken trouwens ook mooi in balans. De drie sopranen zorgen bewust voor een strak hoog register maar men kan horen dat dit stemmen zijn met een rijker, grootschaliger potentieel, dat aan het strakke idioom van een barokopname werd aangepast.
De Latijnse teksten worden natuurlijk op zijn Frans uitgesproken, dus met vlakke 'u's zoals in 'sanctus' en dat doet soms wat artificieel aan. Historisch is het alleszins en storen doet het überhaupt niet. Al bij al is dit dus een stijlvolle en muzikale uitvoering, al wil de orgelklank wel eens problematisch wezen. Jammer want het is een smet op een verder uiterst verzorgde en erg genietbare opname.
Meer over H. Du Mont
Verder bij Kwadratuur
Interessante links