Wie 'Bed of Pyre & Wood' uit 'Snow on Moss on Stone' hoort, zal niet weinig verbaasd zijn dat de artiest geen volwassen bard is, maar de slechts 23-jarige Fin Mauri Haikenen. De oude, bezadigde mannenstem (inclusief wankele intonatie) komt heel vanzelfsprekend en overtuigend over. Wie de hele cd beluistert zal ontdekken dat deze stem slechts één facet van Haikenen is. Even goed grijpt hij naar een vertellende fluisterzang of klinkt hij als een half roepende, half zingende middeleeuwse stadsomroeper. Dit spelen met folkpopcliché's gaat Haikenen duidelijk goed af. Eender welke gedaante Haikenen aanneemt, hij komt nooit cynisch, maar altijd authentiek over. En net als zijn stem laat hij ook zijn melodische songs verschillende vormen aannemen. De catchy melodische wendingen refereren daarbij vooral aan de popwereld, maar om zuiver poppy te zijn hebben de songs iets te veel afwijkingen die schatplichtig zijn aan folk. Zo prefereert Haikenen melodieën die niet de klassieke lengte hebben – waardoor een nieuwe zin te vroeg, dan wel te laat lijkt in te zetten - en last hij graag tempoveranderingen in. Deze kleine ontregelingen maken Drowsy's muziek spannend en opvallend aantrekkelijk tegelijk. Bovendien weet hij de nummers te verpakken in soms heel bescheiden arrangementen, waarbij hij assistentie krijgt van een bassist, maar daarbuiten zelf voor drum, gitaren, piano, orgel, accordeon en voorzichtige elektronica zorgt.
Wanneer de akoestische gitaar centraal staat en hij een helder stemgeluid laat horen, is de link met het meer sobere werk van Nick Drake gemakkelijk te leggen, zoals in het ontzettend mooie en glimlachende 'When It'll be Snowing' of de hoofdwiegende shufflepop van 'Treehouse'. In dit laatste nummer wordt duidelijk dat Haikenen graag een spel met de traditie speelt, wanneer hij zacht fluisterend begint, even afglijdt naar een lage reutel om daarna kristalhelder in de hoogte verder te gaan. Het contrast met de fluisterzang op de traag getokkelde akoestische gitaar in 'Hues' had bijna niet groter kunnen zijn. Bijna, want in opener 'Bakery' laat Haikenen zich horen als één of andere (te) gekke nonkel die op een familiefeestje een gitaar bemachtigd heeft: stevige, uptempo aangeslagen gitaarkkoorden en de melodie van een opgewekte kampvuurmeezinger. Wanneer hij zijn nummers iets meer gaat arrangeren krijgt zijn muziek een aureool van bizarheid en toont Haikenen zich verwant met Patrick Wolf. Het instrumentale 'Good od Odd Gold' krijgt een haast beangstigende intro van accordeon en elektronica, waarna het nummer openbreekt in een stevig ronddraaiende volksdans. Dat dit folk van het meer bizarre soort is, wordt onderstreept door het slot waarbij de instrumenten chaotisch door elkaar gaan razen, alsof Heikkinen toch even wil freejazzen. Ook 'Words of Warmth' krijgt een mysterieus randje, wanneer onder de akoestische gitaar en Haikenen fluisterzang een elektrische gitaar komt spoken. Dit gebeurt tergend zacht en verhoogt zo alleen maar de onrust bij de luisteraar.
Het desolate en rituele 'Plangent Suite' met nazinderende pianodreunen en –melodietjes sluit de cd af en is met meer dan zes minuten te lang om te blijven boeien. Het mist het gebalde van de andere tracks op deze voor de rest niet minder dan prachtige cd.
Meer over Drowsy
Verder bij Kwadratuur
Interessante links