Amper dertien jaar oud vertrok Dom La Nena, afkomstig uit Brazilië, naar Argentinië om daar cello te gaan studeren bij Christine Walevska. Toch is Dom La Nena’s debuut ‘Ela’ geen album vol strijkervirtuositeit geworden. Haar bescheiden cellospel staat helemaal ten dienste van de songs en haar eigen fragiele stemgeluid.
‘Ela’ laat dan ook geen windvlaag horen die de luisteraar wegblaast, maar waait aan als een deugddoend briesje. Elegant, dromerig, soms wat weemoedig, maar nooit zwaar op de hand, fluistert La Nena de luisteraar allerlei vertrouwelijks in het oor: verlegen, maar nooit onzeker. Haar stem voelt zich duidelijk goed thuis in het delicate geluid dat producer Piers Faccini (Ben Harper, Rokia Traoré, Patrick Watson, Ibrahim Maalouf) weeft en waarin harmonium, piano, strijkers, kora, gitaren, klokkenspel, vibrafoon of een koortje voorzichtig hun plaats vinden. Al deze middelen worden echter spaarzaam aangewend, waardoor ze de loepzuivere en eenvoudige songs mooi omkaderen en zo het directe karakter van de stem intact laten, ook wanneer Faccini vocaal even de lead neemt.
Tegelijkertijd zorgen deze kleuren er voor dat La Nena in licht verschillende gedaantes te horen is: walsend, semiklassiek, met kleine schitteringen als op het kabbelende water van een stromende beekje of met een rustig dansende ritmiek. In alle bescheidenheid krijgt ‘Ela’ een lo-fi-aura, maar zonder dat het geluid klungelig wordt. Bovendien zorgen kleine veranderingen in de aankleding voor accentverschillen van strofe tot strofe, waardoor de arrangementen genoeg leven vertonen om luisterwaardig te blijven. En dat gedurende alle dertien nummers van dit lieflijke en streelzachte debuut. Kortom: een plaatje om te knuffelen.