Het jonge Jerusalem strijkkwartet brengt nu zijn tweede cd bij Harmonia Mundi uit, met daarop het eerste, vierde en negende kwartet van Dmitri Shostakovich.
Eén gemeenschappelijk kenmerk van deze drie kwartetten is hun classicistische, bijna Haydn-achtige toon. Shostakovich vatte het eerste kwartet inderdaad op als een lyrisch en onbezorgd werk, een evocatie van de lente, zoals hij dat zelf noemde. Diezelfde opgewektheid is ook terug te vinden in het negende kwartet, waar het eerste model voor stond, terwijl het vierde opvalt doordat het uiterlijk opzettelijk eenvoudig gehouden wordt. Maar achter de schijn van simpele thema's en doorzichtige compositietechniek schuilt een diepgeworteld ongemak. Zo bouwt het negende kwartet op een reeks schijnbaar eenvoudige maar koppig terugkerende ritmische figuren. En de naïeve lyriek heeft niet zelden een banaal of ironisch kantje waardor die toch niet zo zuiver is als op het eerste gezicht wel lijkt. De manier van spelen van het Jerusalem kwartet weerspiegelt die dualiteit tussen uiterlijk vertoon en innerlijke diepgang goed. De vier muzikanten spelen met een zuivere, klassieke toon, alsof ze Beethoven of Haydn zouden uitvoeren. Een afgelijnde vibrato en zachte klank verlenen het begin van het eerste kwartet, met zijn zuivere do groot akkoord dat langzaam uit elkaar getrokken wordt, een diepe vredigheid. Een zelfde lyrische rust vindt de luisteraar terug in het trage deel van het vierde kwartet. Zelfs de snelle delen worden erg virtuoos maar steeds beheerst gespeeld. Zo evolueert het eerste kwartet van twee trage delen naar een levendig scherzo en een uitbundige finale maar nergens in dit werk (en zelden in de andere twee kwartetten) wordt echt buiten de lijntjes gekleurd. Die aanpak ligt weliswaar in de geest van deze classicistische werken, maar ze vervlakt de cd ook wel een beetje. Per uitzondering worden enkele passages in de finales van het vierde en negende kwartet met meer durf en kracht gespeeld. Maar met deze groots uitgebouwde delen kan nog veel meer gedaan worden qua sfeer en klankkleur dan het kwartet hier doet. Bepaalde passages laten de luisteraar zelfs werkelijk op zijn honger zitten. Anderzijds beheerst vooral eerste violist Alexander Pavlovsky, zeker in het hoge register, wel die typisch hese Shostakovich klank, ijl en gespannen. Maar die ijzige passages, waar die klankkleur met veel overtuiging wordt gebruikt, een beetje in het algemeen rustige, wat afgevlakte karakter van de cd.
Shostakovichs drie 'klassieke' kwartetten worden met gevoel voor traditie gebracht, in de lijn van de werken van Mozart, Haydn en Beethoven. Dit zorgt voor erg mooie momenten, maar de keerzijde van de medaille is dat de cd over het algemeen te weinig contrast maakt en te weinig boeiend is om blijvend herinnerd te worden.
Meer over Dmitri Shostakovich
Verder bij Kwadratuur
Interessante links