De Frans-Belgische jazzgitarist Django Reinhardt (1910-1953) was een virtuoos in meerdere opzichten. Enerzijds waren Reinhardts solo's van een hoogstaande melodische kwaliteit, anderzijds was de snelheid van zijn gitaarspel uiterst indrukwekkend. Daarbij komt nog dat deze autodidact (als zigeuner volgde hij nooit onderwijs) wegens een verwonding aan zijn linkerhand over slechts drie vingers beschikte waarmee hij kon spelen. Toch gaat het hier om een virtuositeit die eerder subtiel van aard is: de composities van Reinhardt 'schreeuwen' niet om aandacht, maar lonken de luisteraar voorzichtig naar zich toe – zonder zich op de dringen. Omwille van de akoestische klankkleuren en de zachte dynamiek kan deze zogenaamde gypsy-swing gemakkelijk dienen als achtergrondmuziek, maar wie de moeite doet om de oren te spitsen, zal het zich niet beklagen. Reinhardts muzikale erfenis is immers allesbehalve gedateerd: de man heeft een vaste plaats in de jazzgeschiedenis veroverd en zijn werk heeft nog steeds veel enthousiaste vertolkers – zoals bijvoorbeeld het collectief DjanGo!.
Vorige zomer speelde deze zevenkoppige groep van bezieler Koen De Cauter in de Ancienne Belgique enkele concerten die in het kader van een tribute-cd ook werden opgenomen. Bij de materiaalkeuze voor 'A Tribute to Django Reinhardt' hebben De Cauter en compagnie uit een diepe pot gegraaid: zowel composities van Reinhardt zélf als songs van George Gershwin, chansonnier Charles Trenet en klarinettist Sidney Bechet passeren de revue. Hierdoor worden verschillende gemoedstoestanden in de tracks weerspiegeld. De beste nummers zijn die waarop een zachte melancholie overheerst, zoals bijvoorbeeld 'Blues en Mineur' en 'Lentement Mademoiselle'. Zelden wordt de spreekwoordelijke sfeer van een beregende en sombere Parijse straat bij nacht zo goed verklankt als op deze laatste song. De sopraansax van Koen De Cauter zet het basisthema in, begeleid door ritmegitaar en contrabas (bespeeld door De Cauters zonen Waso en Dajo), waarna Fapy Lafertin een uitgebreide gitaarsolo voor zijn rekening mag nemen. Op 'Flambée Montalbanaise' is de weemoed volledig afwezig en overheerst het frivole: Koen De Cauter waagt zich hier aan een compleet absurde en quasi onverstaanbare vocale bijdrage die een enthousiaste reactie van het hoorbaar geamuseerde publiek uitlokt.
Enkele zeldzame minpunten op deze cd zijn de twee John Green-composties 'Body and Soul' en 'Out of Nowhere', waarop de sax- en gitaarsolo's iets te lang zijn uitgesponnen en wat variatie missen om echt indrukwekkend te zijn. Als het tempo hoger ligt, zoals op de schitterende afsluitende track 'Django's Tiger', wint de muziek duidelijk aan spanning. Dit meer dan zeven minuten durende nummer is een perfect medium dat de rasmusici die De Cauter rond zich verzamelde in staat stelt hun soleerkunst te etaleren. De twee gitaristen en de twee saxofonisten krijgen achtereenvolgens elk ruim een minuut ter beschikking om hun ding te doen en komen op het einde allemaal samen voor een overweldigende climax. Een waardige manier om een punt te zetten achter dit nagenoeg feilloos eerbetoon aan Reinhardt.
Meer over DjanGo!
Verder bij Kwadratuur
Interessante links