Dez Mona kan in België met voorsprong doorgaan voor de meest theatrale band. Blijkbaar moeten Gregory Frateur (zang) en zijn compagnon de route Nicolas Rombout (contrabas) hun kans schoon hebben gezien om deze status definitief te verzilveren. De heren kienden namelijk het plan uit om op de proppen te komen met een opera. Daarbij was het niet onmiddellijk de bedoeling om de weg op te zoeken van de rockopera, zoals The Who (‘Tommy’) of Pink Floyd (‘The Wall’) er ooit mee kwamen aandraven. Wel trachtten ze het concept op hun eigen manier te benaderen. Een belangrijke component in dit verhaal zou natuurlijk Gregory Frateurs fenomenale stem worden. Toch wijst de aanwezigheid van het klassiek geschoolde ensemble BOX er op dat groep niets aan het toeval wou overlaten.
Voor deze samenwerking tussen pop en klassiek leverde het duo Frateur/Rombouts de basis aan, maar de arrangementen werden geschapen uit de vereniging der beide werelden. Het resultaat benoemen de betrokkenen het liefst als Gesammtkunstwerk. Hiermee is het hun bedoeling vingerdik te wijzen op een project dat verder gaat dan alleen de muziek. Op het podium zou ‘Sága’ namelijk gebracht worden in evenwicht met het lichtspel van Jan Pauwels (decor) en de kledij-ontwerpen van Veronique Branquinho.
‘Sága’ toont doorheen het album hoe het midden te houden tussen klassieke inspiraties en theatrale pop waarop Dez Mona al enkele jaren een patent lijkt te hebben. Zo kan de instrumentale opener ‘Vandaag’ pochen met een mooi uitgestreken samenspel tussen strijkers en blazers, waar elders de versmelting tussen Frateurs stem en de instrumenten enig mooi weet te beklijven (‘A Part Of Our Hearts’). Binnen het instrumentarium is veel ruimte vrij gemaakt voor barokke instrumenten zoals de theorbe, de viola da gamba en de barokharp die de muziek voorzien van de nodige zwier en het nostalgische geluid (‘A Part Of Our Dreams ‘, ‘Today’), maar hier en daar krijgen ook jongere instrumenten de voorkeur zoals de Philips philicorda, een elektrisch orgel. Mede daardoor lijkt ‘Sága’ tot een tijdloos kunstwerk te kunnen verworden, waarbij het enigszins jammer is dat een deel van de diepgang en achtergrond verloren gaat, daar de visuele aspecten niet tot de huiskamer kunnen reiken. Toch haalt de geëtaleerde klasse het doorgaans van het gemis.