Vooral sinds het uitbrengen van ‘Hilfe Kommt’ oogste Dez Mona, het zielekind van Gregory Frateur, een aanzienlijke bekendheid in België. Met dit album was hij evenwel niet aan z’n proefstuk toe. Het debuut van de groep was ‘Pursued Sinners’, dat al even uitgeput was voor de handel. Deze plaat dateert uit 2005, toen Dez Mona nog een duo was (vocalist Gregory Frateur en contrabassist Nicolas Rombouts) en ze veeleer een undergroundfenomeen waren. De opnames ervan vonden plaats in de Protestantse Kerk van Antwerpen. Naast het eerder vernoemde duo maakten ook Sam Vloemans (trompet) en Roel Van Camp van DAAU (accordeon) hun opwachting als ruggensteunende muzikanten. Tijdens de concertreeks volgend op deze opnames werd de uiterst beperkte oplage van dit album aan de geïnteresseerde concertganger verpatst.
In 2008 dook Dez Mona opnieuw een religieus bouwwerk in. Nu werd gekozen voor de Brigittineskapel te Brussel, die meteen de subtitel van het album kan verklaren. Het doel was om de sterk gegroeide aanhang te sussen met een integrale heropname van ‘Pursued Sinners’, maar dan in de huidige bezetting. Het originele duo breidde ondertussen namelijk uit met pianist Bram Weijters en drummer Steven Cassiers en ook Roel Van Camp is sinds ‘Hilfe Kommt’ (2009) een onmisbare schakel. Een andere parallel is dat ook nu werd gekozen om alles live in te spelen. Een extraatje is dat alles daarbovenop ook analoog op tape werd gezet, een gevolg van de voorstudie voor het toen nog op te nemen ‘Hilfe Kommt’.
Of het met opzet is gedaan, of eerder toevallig, is onduidelijk. Toch kan het opvallend worden genoemd dat de nieuwe opname van ‘Pursued Sinners’, in de vorm van ‘This Lonely Morning’, Dez Mona nog even als duo laat horen. Net als in de begindagen ligt de nadruk op Frateurs weergaloze stem die vrij sober begeleid wordt door Rombouts’ contrabas. Daarna gaan ze opnieuw de toer op die ze sinds hun tweede album ‘Moments Of Dejection Or Despondency’ bewandelden. Dit betekent dat de stem van Frateur veel ruimer omkaderd wordt met, naast de contrabas, ondermeer nog toetsen, accordeon en drum. Puike en tevens uiterst intense voorbeelden zijn het swingende ‘Loordy Loordy Loordy’ en het vrij krachtige ‘Danse Macabre’. Tijdens het intieme, zelfs wat naakte ‘City Called Heaven’ wordt Dez Mona even teruggebracht op één stem en wat toetsen. Tijdens het aansluitende ‘Blue Girl’, een lied dat nog vaak de setlists haalt, wordt dit stramien aanvankelijk gevolgd. Drum en vooral accordeon tillen het nummer vervolgens een tempo hoger, iets wat enkele nummers blijft aangehouden. Zo ook tijdens ‘I Got To Know’, waarin Nicolas Rombouts zijn kunnen etaleert.
Een opmerkelijk moment is ten slotte Dez Mona’s versie van het vaak gecoverde ‘Who Knows Where The Time Goes’. Oorspronkelijk een lied van Sandy Denny, maar het lijdt geen twijfel dat Gregory Frateur zich vooral door de opname van Nina Simone liet leiden. Zij kan ten slotte benoemd worden als zijn leidraad in de muziek. Dez Mona zelf zet een verstilde uitvoering neer met een belangrijke rol voor de (ingetogen) piano, drums, contrabas en ook een gesmaakt accordeonintermezzo. Opmerkelijk is verder dat dit het enige nummer op de plaat is waar de stem van de frontman zich niet laat verleiden tot een hoge, dan wel een lage uithaal. Ware het niet van de bonussong, dan was dit een zéér knappe en uitzonderlijk goed uitgebalanceerde afsluiter.
Hoe Dez Mona als duo geklonken heeft, zal voor velen een raadsel blijven en dat is ergens wel als jammer te omschrijven. Toch kunnen de aanhangers van de groep rond Gregory Frateur zeker niet klagen met de uitgave van ‘Pursued Sinners – Brigittines Recordings’. Het is een prima album geworden dat in het verlengde ligt van de vorige twee langspelers en dat bovendien parels bevat die tot voor kort enkel nog tijdens concerten ter ore van het publiek kwamen.