Wat begon als een underground tweepersoonsproject van zanger Gregory Frateur en contrabassist Nicloas Rombauts is ondertussen zowel in bezetting als in aanhang aanzienlijk gegroeid. Eén sleutelfactor voor het succes van de groep is ongetwijfeld Frateur's karakteristieke stem. Dit geluid is sterk en broos tegelijk, theatraal en schijnbaar nooit erg ver van de waanzin verwijderd – een confrontatie ermee blijft bij. Waar hun vorige album 'Moments Of Dejection Or Despondency' (2007) zich afspeelde in een inktzwart, sinister universum, verschuift de focus op dit derde album van de rotheid van het nu naar wat de toekomst brengen kan.
Specifiek als de stem van Frateur mag wezen, de muzikale contexten waarin ze op deze plaat klinkt zijn heel verscheiden. Heel wat nummers zijn nochtans opgebouwd volgens het zelfde stramien: een basgroove, al dan niet met drums, trekt het nummer op gang, de zang valt in, waarop verschillende muzikale lijnen stuk voor stuk toegevoegd worden om zo naar een climax toe te werken. De variëteit aan begeleidende klanken is echter groot. Op single 'Carry On' zijn gospel-geïnspireerde koortjes en piano bijvoorbeeld de voornaamste andere ingrediënten. Naar het einde toe volgt er nog een mooi onderonsje tussen de (op deze cd minder prominent aanwezige) accordeon en koor. Verwacht geen drums, piano of backingvocals in het etherische 'Road', maar wel koperblazers en een zeldzaam zachte, serene Frateur. Het dramatische 'Get Out of Here' is sterk geïnspireerd door blues en worksong – de drums lijken wel het steenkappen van de chain gang. De hevige, onversneden soulsound van de backing vocals grijpt naar de keel bij elke I need to get out of here! . Een ronduit beklijvende climax ten spijt is het nummer een tikkeltje langdradig, vooral door de nogal monotone, repetitieve harmonie, en het is daar jammer genoeg niet alleen in.
Niet alle nummers zijn op deze manier opgebouwd. In het intieme psychologische kortverhaal 'My Friend' zijn stem en strijkorkest van meet af aan de voornaamste spelers. Na een tedere klassieke introductie vallen piano en subtiel laag koper in. Vanuit de strijkers komt wat onheilspellend geweeklaag, om dan terecht te komen in een psychedelisch, naar de Beatles refererend refrein. Het nummer trekt zo een aantal keren open en terug dicht, even organisch als ademhalingen. 'Our Time' (mits een optimistische lezing zelfs op te vatten als een epicuristisch pleidooi) begint met elektronisch gemanipuleerde akkoordblokken, maar evolueert zowaar in een lichtswingende soort bossa. Erg goedgemikte breaks in combinatie met de gezapige, vloeiende ritmiek nopen haast tot dansen.
Neem daar nog een aantal magistrale instrumentele passages bij, zoals in het magisch verzengende 'Passage to the Sun' en het mag duidelijk zijn dat Dez Mona veel meer is dan een groep rond een unieke stem. Het album mag in zijn geheel minder in een consistent doordringende sfeer baden dan zijn voorganger, het klinkt intens, origineel en authentiek in al zijn verscheidenheid.
Meer over Dez Mona
Verder bij Kwadratuur
Interessante links