Nadat ze in de jaren tachtig en negentig jazzpodia over heel Europa in vuur en vlam zetten met hun eclectische moderne composities, is het Zwitsers-Oostenrijkse powertrio Depart sinds 2006 terug op actief gezet door de originele muzikanten, die ondertussen heel wat meer op hun palmares hebben staan dan toen ze voor het eerst van over de bergen naar elkaar kwamen toegewaaid. Saxofonist Harry Sokal verdiende zijn pluimen zoal als het langst actieve lid van het hyperexperimentele Vienna Art Orchestra, maar eveneens bij het kwintet van Art Farmer - net als contrabassist Heiri Känzig, die daarnaast gespecialiseerd is in folk en wereldmuziek van zowat alle uithoeken. Last but not least wordt dit duo aangevuld door de internationaal geroemde topdrummer Jojo Mayer, die de laatste decennia zonder problemen van bijvoorbeeld Dizzy Gillespie via John Zorn over Meshell Ndegeocello naar zijn eigen populaire New Yorkse drum-'n'-bassproject Nerve vleugelde.
Het klankenpallet van dit trio, wiens aanpak vandaag nog stukken moderniserender is dan twintig jaar geleden, blijkt dan ook heerlijk uitgebreid, ook al blijven ze enigszins opzettelijk binnen hun eigen fijnzinnig afgebakende territorium. Sokal doet zijn door allerhande effecten gestuurde sax de ene keer klinken als een lofi klarinet uit begin twintigste eeuw, de andere keer lijkt het wel alsof hij een polyfoon koor van nasale muzen leidt. Känzig geeft dit van akkoordeninstrumenten losstaande trio consequent extra ruimte door zijn luchtige maar steeds even functionele spel, en Mayer bereidt continu een hitsig stoompotje van al het moois dat zich op de scherpste snee van breakbeat, rock, jazz en funk bevindt. Kortom: drie volwassen muzikanten die een erg authentieke stempel drukken op alles waar ze mee bezig zijn, doch nooit in elkaars weg lopen of een stiekeme egowedstrijd boven de muzikaliteit van het geheel uitvechten.
In de catchy opener 'Slam the Door Stewart' (met een fuzzy wah-sax dansend in de hoofdrol) gaat Depart bijvoorbeeld rustig over van een vrolijke shuffle naar een kriebelend rockende swing en weer terug, het vurige 'Better Report' zorgt voor zes minuten withete fusion bop van de bovenste plank, het ingetogen 'Night Breeze' is een dreigend minimalistisch sfeerduet tussen blazer en bas, en het compacte 'Be My Love' is een evergreen die Sokal in een soloperformance melancholisch naar z'n hand zet. Het jolige 'Damenwahl' lijkt dan weer het meest op een feestelijke polka, terwijl 'Wenn Min Schatz Go Fuetere Goht' een bloedmooie bewerking is van een oud Zwitsers volkslied, en de groovende onderhuidse spanning van het coole 'Hip Pop Tamus' schatplichtig is aan meer muzikale stromingen dan hier in een-twee-drie kunnen opgenoemd worden.
Alle krachtigste kenmerken van Depart komen het best samen in het door Mayer gecomponeerde 'Prospection': een zweverige trip die semibewust diep in de jazztraditie geworteld is, maar evenzeer creatief stoeit met elektronica- en jungle-invloeden. Sokals gefragmenteerde saxorkest gaat de psychedelische toer op, Känzig houdt het geheel swingend van begin tot eind, terwijl Mayer onophoudelijk met inventief-effectieve ritmes schildert die uitmonden in een thematische solo die zijn gelijke niet kent. Ook de manier waarop 's mans opvallend rijke drumspel bijna fluisterend de hoofdmelodie in afsluiter 'Und Wenn's E Mol Ober Isch' interpreteert, getuigt van heel wat klasse. Met deze 'Mountain Messenger' plaatst Depart bruisende interactie op een subtiel gewaagde manier boven in het wilde weg soleren, wat uitmondt in een klein uurtje gevarieerde dynamiek zonder oogkleppen. Moderne jazz hoéft geen contradictie te zijn.
Meer over Depart
Verder bij Kwadratuur
Interessante links