Het Nederlandse Delain is een groep die met een erg aardig debuut afkwam en daarna stapje per stapje verder evolueerde tot wat vandaag een erg volwassen klinkende band binnen het female fronted genre is. Dat er destijds raakvlakken waren met Within Temptation is niet zo verwonderlijk, aangezien toetsenist en bezieler Martijn Westerholt ook die band mee begon, maar de vergelijkingspunten zijn door de jaren een pak minder geworden, iets dat zeker in het voordeel van Delain spreekt.
Grootste verschil is dat de evolutie van Delain een tikkeltje is terug gedraaid, maar in dit geval is dat een goede zaak. Immers, de groep begon stelselmatig toegankelijker en meer popgericht te klinken ten nadele van de zware gitaren en daardoor begon het geheel wat te vervlakken. Dat is op 'The Human Contradiction' voor het merendeel 'rechtgezet', want de gitaarsound is opnieuw bijzonder heftig en het album klinkt een stuk donkerder dan wat fans de laatste jaren voor de kiezen kregen. Ook de toetsenpartijen zijn veel breder, klinken een pak symfonischer en hebben door de band genomen meer duister klinkende noten meegekregen. Toeval of niet, maar die verder benutte mineurtonen werken beter in combinatie met de zang van frontvrouw Charlotte Wessels, die ondanks alles nog steeds erg feeëriek en lieflijk klinkt.
Nochtans blijft Delain zonder enige twijfel een van de meer toegankelijke groepen binnen het genre. Zo kan een song als single 'Stardust' zo meteen in de hitparade zonder evenwel het metalen gedeelte te negeren. Het klinkt gewoon vlot, aangenaam en vertrouwd. Charlotte mag het licht naar zich toetrekken, de refreinen mogen lekker heftig, de strofes zijn vaak rustiger en boven dat alles zweven de keyboards dat het een lieve lust is. De toevoeging van Marco Hietala (Nightwish) op zang op een tweetal songs was niet direct een must. Het is een aardigheidje, maar Delain heeft dat soort dingen niet nodig, evenmin als de gastbijdrage van Alissa White-Gluz (Arch Enemy) op afsluiter 'The Tragedy of the Commons'.
Met 'The Human Contradiction' reikt Delain opnieuw de hand naar de liefhebbers van het steviger werk zonder de toegankelijkheid te verloochenen. Dat de balans opnieuw meer overslaat in de richting van pompende gitaren is in ieder geval toe te juichen en de groep klinkt weer fris en potig.