Het befaamde Montreux festival in Zwitserland heeft zijn jazzstatus in de loop der jaren afgebouwd. Een traditie van een kleine veertig jaar heeft artiesten van allerlei pluimage gebracht, waarbij muzikale kracht en virtuositeit als een rode draad doorheen de geschiedenis sneed. Misschien is het op het eerste gezicht een beetje vreemd dat de oude rockers van Deep Purple in 1996 een hoge plaats op de affiche kregen, maar deze plaat verklaart hoe dat komt. Een gedreven set waarbij gekende hits minder gekend werk afwisselen en waarbij de songstructuren doorspekt worden met een spervuur van orgel- en gitaarsolo's bewijst dat de groep in zijn goede doen is. Een gebrek aan vingervlugheid en instrumentale vakkundigheid is er in elk geval niet.
Een kwarteeuw na die reuzenhit, 'Smoke on the Water', staat Deep Purple live nog altijd scherp. Het verlaten van kracht van het eerste uur Richie Blackmore heeft de groep een beetje genekt, maar het vuur is duidelijk nog niet uitgedoofd. Dat is in de eerste plaats natuurlijk te merken aan de wilde uitspattingen van frontman Ian Gillan. Oude kaskrakers als 'Black Night' of 'Speed King' worden met een overredingskracht van jewelste uitgebraakt. Ook nieuwe gitaarkracht Steve Morse, met wie de laatste plaat 'Purpendicular' opgemaakt is, komt aardig uit de hoek. Een mooie instrumentale discussie in 'Pictures of You' met de holle hammond zorgt voor een pracht van een hoogtepunt en opent ruimte voor de geweldige basriff van 'Black Night' (die meteen het beeld van een Harley-rijder oproept). Ook in deze bijna zeven minuten durende klassieker is voldoende ruimte voorzien voor interacties en solo's tussen de verschillende instrumenten. Zo brengt de band moeiteloos en met regelmaat van de klok het publiek in een muzikale extase, wat ook bij het vraag-en-antwoordspel tussen band en menigte in deze 'Black Night' mooi weergegeven is. Dankzij het even terugnemen van gas in de bloedmooie bluessong 'When a Blind Man Cries' steken die hoogtepunten nóg feller af tegen de melodieuze basis van de liedjes. Geen wonder dus dat het inhoudelijk op- en neerwippende 'Smoke on the Water' een terechte afsluiter mag zijn van dit prima optreden.
Wat verder ook opvalt, is dat er weinig bijdragen van de toen net verschenen 'Purpendicular' opgenomen zijn. De set mag dan al spoedig 'Ted the Mechanic' bevatten, buiten een vrij magere weergave van 'Hey Cisco' (waar zanger Gillan even de mist in gaat) zijn er geen nieuwe nummers te bespeuren. Twee bonustracks die ook in Montreux zijn opgenomen, maar dan vier jaar later, proberen dit euvel wat recht te trekken. Erg veel voegen ze echter verder niet aan (buiten het feit dat 'Fools' live voordien voor de fans zo goed als onvindbaar was). De muzikale kwaliteit en inhoud blijft hoogstaand en uitermate virtuoos.
Een echte toevoeging aan het Deep Purple repertoire vormt deze plaat natuurlijk niet. De band heeft ongeveer twintig officiële live cd's uitgebracht en kan in zijn carrière allicht honderden bootlegs van optredens voorschotelen. Wat 'Live at Montreux' wél laat zien is dat na het vertrek van Blackmore nauwelijks aan spirit en virtuositeit ingeboet is. Deep Purple presenteert hier wat van de groep verwacht wordt: hardrock van de bovenste plank!
Meer over Deep Purple
Verder bij Kwadratuur
Interessante links