‘Bidonville’ is gebaseerd op de gelijknamige muziektheatervoorstelling die De Kift samen met acteur Sanne den Hartogh maakte voor Oerol 2014, waar vijftien uitverkochte voorstellingen werden opgevoerd op een enorme zelfgebouwde vuilnishoop in het bos.
Tekstueel blijft het concept van alle platen behalve het debuut identiek: Ferry Heijne grasduint en graaft in bekendere en vooral minder bekende wereldliteratuur en brouwt er een conceptplaat met een nieuw verhaal mee: Dante Alighieri, W.F. Hermans, Slauerhoff, Ryzji, Breton… Tevens put hij uit de visuele media, zoals de documentaires ‘Dark Days’ (over de bewoners van verlaten metrotunnels in New York) en ‘De Worm In Het Zijn’ en Terry Gilliams film ‘The Imaginarium Of Doctor Parnassus’.
De muziek onderging een zekere transformatie: met het wegvallen van drie koperblazers – vader Jan Heijne die intussen de 80 voorbij is, Patrick Votrian (te druk bezig bij o.a. Kyteman) en Han Hulscher (die samen met drummer Wim ter Weele wel het artwork van de verpakking verzorgde) zijn er niet bij en vooral beide laatsten zijn toch straffe instrumentalisten die de blaaspartijen in hun geheel goed afborstelden. In de plaats daarvan neemt frontman Ferry Heijne opnieuw meer koper voor zijn rekening en vervoegde de Belgische Lot Vandekeybus de band op bastuba, trombone en bariton. Het is allemaal wennen, maar na enkele beluisteringen ontdekt de luisteraar al vlug dat de band ook hier creatief mee om kan en blijft boeien, al is de fanfaresound zwaar gereduceerd. Anderzijds ontstond er zo meer ruimte voor percussie en werden accordeon, farfisa (een Italiaans orgel uit de jaren ’60, vergelijkbaar met de populairdere Vox), flessen- en glasorgel en parnassoscoop ‘(een eigen uitvinding) ingevoerd.
In plaats van de fanfare en de punkattitude is er ruimte voor hiphop en slam van ‘Ritselen’, het spoken word van ‘Onderman’ waar na een slagwerkintro de gitaar nagenoeg alleen klinkt. ‘Hovink’ drijft op een latin-ritme met accordeon. De punkattitude keert bescheiden terug in ‘Een Man’, dat tekstueel grotendeels een herhaling is van de beheerste opener ‘Ralphie’ en ook ‘Witte Haring’ refereert expliciet naar ouder werk van dit gezelschap. In ‘Bavink’ wordt de zang ondersteund door een hoekige accordeon en bastuba. Door de farfisa lijkt ‘Geld’ soms op de soundtrack van een science fiction-film uit de jaren ’60, een mooi contrast met ‘Verdieping Nr. 1’ waar de basgitaar lekker doorklinkt.
Opmerkelijkste aanwinst bij de band is echter de al genoemde Lot Vandekeybus, die met haar stem wat aan de te vroeg gestorven Claire (‘Vreemde Vogels’) herinnert. In het bijzonder variërende ‘Duet’ gaat ze van spoken word naar een trage lyrische zang, waarna ze gedragen door een vrij luide beat opnieuw reciteert. In ‘Lotti’ gaat ze in een Kempisch dialect tekeer, gedragen door De Kift zoals ze bij hun debuut klonken: als een punkband met kopers. Haar zachtste kant komt boven in het broze ‘Paardjes’, een vertaling van Nick Caves versie van het Amerikaanse wiegeliedje . Ze mag ook de cd afsluiten met ‘Oude Harp’
Waar onze noorderburen van De Kift overigens de inspiratie blijven halen om hun cd’s te verpakken blijft een raadsel. Deze keer is het geheel verwerkt in met teksten bedrukte (vergrote) kopies van Poolse, Joegoslavische en Turkse bankbiljetten. Wie de 104 bladzijden tellende bundel laat vallen riskeert een puzzeluurtje om alle teksten opnieuw in de juiste volgorde te steken, want de paginanummers zijn niet goed leesbaar.
‘Bidonville’ is een verhaal met enkele bijzondere pareltjes geworden, een nieuwe hoogvlieger in het voor een Nederlandstalige band toch al imposante oeuvre van De Kift.