De Beren Gieren – en jawel, dat zal slechts weinigen ontgaan zijn. Het Gentse pianotrio dat in 2009 werd opgericht, won datzelfde jaar nog de wedstrijd Jong Jazztalent Gent, waardoor de drie musici de volgende editie van het Gent Jazz Festival mochten openen. In 2010 zag tevens hun eerste EP het licht en ondernamen ze een tournee voor JazzLab Series, wat hun muziek tot ver buiten Gent verspreidde. Toch blijft het trio gehecht aan de stad waar hun muzikale wortels liggen. Zelf beschouwen ze hun sound, die latent schatplichtig is aan invloeden van funk, blues en klassieke muziek, als een exploot van het leven op de plaats die door UNESCO officieel tot "Creative City of Music" gekroond werd. Gent is een broeikas voor mensen die met allerlei soorten muziek bezig zijn, gaande van ruige hiphop over controversiële avant-garde tot elektronisch geüpdate jazz. De muzikanten van De Beren Gieren draaien niet toevallig zelf mee in verschillende dergelijke bands, waarin improvisatie zo veel mogelijk versmolten wordt met de werelden van rock en funk. Wie De Beren Gieren de laatste jaren aan het werk zag, werd dan ook geregeld verrast door de nieuwe richting die de formatie uitging. Nu eens een uit de hand gelopen Mozart-bewerking, dan weer geflirt met Fender Rhodes of het snarenwerk van de piano, later terug als "conventioneel" pianotrio. Dit cd-debuut, dat gepaard ging met de aankondiging dat De Beren Gieren de komende twee jaar het huisorkest van de Gentse Vooruit zal zijn, laat alweer een band spreken die weliswaar dwars en recht door zee klinkt, maar dit eens te meer anders dan op de concerten die het trio de voorbije drie jaar gaf.
De drijvende kracht achter De Beren Gieren lijkt Nederlands pianist Fulco Ottervanger, die jazz studeerde bij Jozef Dumoulin en Erik Vermeulen. In Gent volgde hij ook een opleiding compositie bij Frank Nuyts, van wie hij misschien zijn zin voor eclecticisme erfde. Echt klassiek zal Ottenvanger nochtans nooit klinken, maar wel draagt hij het gegeven "compositie" hoog in het vaandel. Dit mag echter de vrijheid van de improvisatie niet in de weg staan en op hun debuut bereiken De Beren Gieren inderdaad een mooie symbiose tussen uitgeschreven melodieën en vrije doorwerking. Door de brute manier waarop een keurig gladgestreken thema kan ontaarden in provocerend pianogeweld, heeft de luisteraar absoluut niet het gevoel dat de drie musici teveel vasthangen aan het rigoureuze kader dat de composities zijn. Ottervanger beweert zelf een heel eigen verhaal te willen vertellen binnen de jazzwereld van vandaag en zijn composities hebben een belangrijk aandeel in de eigen stem van dit trio. Tegelijk draagt 'wirklich Welt so' misschien teveel de sporen van een groep die expliciet aast op een origineel, aantrekkelijk geluid. Het naast elkaar plaatsen van extremen ontaardt niet zelden in een onoverzichtelijke klankbrij die per se tegen de borst lijkt te willen stoten. Het gerammel in afsluiter 'Na het afstuderen' is bijvoorbeeld hoogst ludiek, maar muzikaal niet om van omver te vallen. Opener 'Apollinisch' probeert dan weer een bijna Oosters aandoende trance op te wekken, die langzaam maar zeker wordt opengetrokken richting een quasi symfonisch orgasme. Deze truc is dan weer wat doorzichtig en het nummer zal daarom niet keer op keer boeien.
'wirklich Welt so' lijkt in zijn geheel veel meer een plaat waarmee het trio wil bewijzen wat het allemaal in zijn mars heeft, meer dan een consistente ervaring waarop elke noot zijn nut bewijst. De Beren Gieren doen hun status van jonge lefgozers alle eer aan, wat wel degelijk tien spannende avonturen oplevert. Humor is daarbij een steevast terugkerend onderdeel: in 'Esje Brons', een jam onder stroom, citeert Ottervanger "Ik zag twee beren broodjes smeren", de melodieën in 'Try Time in front of the Forefront' zijn heerlijk gezwollen en 'Jog Life' drijft op een onweerstaanbare puls. Tegelijk profileert dit trio zich met meer cerebrale jazz genre 'Hues in Wheel', 'Aah Me' en het tweeluik 'Broensgebuzze'. In dit meer majesteitelijk repertoire geven De Beren Gieren echter nog steeds blijk van een grote hekel te hebben aan doorzichtigheid. De provocatie trekt dan ook soms een streep door de rekening van de melancholische stemming waarin bepaalde van deze nummers openen.
Het debuut van het beloftevolle ensemble De Beren Gieren is dus geen perfecte plaat, omdat de sound al te vaak geen concreet volgbare richting uitgaat. Wel dient gezegd dat Fulco Ottervanger, bassist Lieven Van Pee en magnifiek drummer Simon Segers geweldig op elkaar zijn ingespeeld. De soms wat matte opnameklank kan het plezier van dit veelzijdige album dan ook niet drukken. Alleen zou een volgende plaat van dit trio misschien nog beter werken met een minder gezocht koppig en meer transparant geluid.