Een plaat vol met ballads is niet het album dat zomaar te verwachten is van freejazzsaxofonist David S. Ware. Niet dat Ware per definitie zo "barbaars" uit de hoek komt, want met zijn gevarieerd saxgeluid is hij ook in staat om een gevoeligere snaar te raken. Daartoe krijgt hij met deze combinatie van oerklassieke standards en eigen composities alle kans.
Het brede klankpallet van Ware wordt begrensd door de warme, zachte laagte en de wat jankerige hoogte. Hierdoor kan hij zowel kwetsbaar, weerbarstig als licht getormenteerd klinken. Door de soepelheid van zijn techniek heeft hij de mogelijkheid om snel van emotie te wisselen, waardoor de luisteraar allesbehalve brutaal van de ene naar de andere kant gesleurd wordt.
Wanneer de saxofonist de thema's brengt, lijkt hij ze uit te schudden. Na de verschillende frases van de melodie neemt Ware de tijd om uit te fladderen. Door de metrische vrijheid kan hij de pas aangeven in een breed uitdeinende sound met openliggende Coltrane-allures. Alleen in 'Godspelized', een track gezegend met openheid van gospel, krijgt de muziek zeldzame momenten van metrische houvast. Wanneer hij tijdens de improvisaties geregeld terugvalt op fragmenten van de originele thema's vervaagt de grens tussen improvisatie en gecomponeerde melodie, waardoor de muziek de luisteraar door de vingers glipt.
Achter en naast Ware wisselt pianist Matthew Shipp geregeld van spelconcept zonder nerveus over en weer te zappen. Vaak klinkt Shipp romantisch, zeker wanneer hij kiest voor stevige akkoorden. Af en toe kan hij wat pathetisch klinken, maar de zwaarte van McCoy Tyners blokken is hier niet te horen, al was het maar omdat het Shipp hier niet tegen dezelfde orkaankracht moet opboksen als Tyner. Shipp wisselt deze akkoorden af met vierkant draaiende, Monkiaanse dwarsheid en virtuoze boplijnen. Wanneer hij in 'Autumn Leaves' zijn linker- en rechterhand in elkaar laat overlopen lijkt hij aan Bach te refereren, terwijl hij 'Tenderly' dan weer omvormt tot een cocktailwals.
Opvallend op 'BalladWare' is dat alle tracks een gelijkaardige opbouw mee krijgen. Tijdens de saxofoonsolo begint Shipp zich geleidelijk aan meer te roeren, waardoor hij het ijsschotseffect – de verschillende muzikanten die metrisch los van elkaar lijken te draaien – vergroot. Zo komen de solo's van Shipp logisch voort uit zijn toenemende activiteiten als begeleider.
Jammer genoeg krijgen de tracks nooit de opstijgende dynamiek die de open manier van spelen zo spannend kan maken. Dit komt voornamelijk door de bescheidenheid van William Parker en Guillermo E. Bron. De eerste is haast niet hoorbaar en de tweede slaagt er niet in zijn stempel te drukken op de muziek en komt niet verder dan vaagjes onderlijnen wat sax of piano doen.
De heel herkenbare opbouw en de beperkte invloed van bas en drums maken van 'BalladWare' een plaat die na enkele nummers voorspelbaar wordt. Hierdoor komt Ware's eigen manier om ballads spelen minder sterk uit de verf, wat extra jammer is voor een niet meteen te verwachten album als dit.
Meer over David S. Ware Quartet
Verder bij Kwadratuur
Interessante links