Saxofonist David S. Ware kampte in 2009 met ernstige gezondheidsproblemen door nierfalen. De situatie was zelfs zo acuut dat de jazzgemeenschap actief op zoek ging naar een potentiële nierdonor, die uiteindelijk ook werd gevonden. Ware werd geopereerd in mei en had vervolgens enkele maanden nodig om te revalideren. In oktober vierde deze freejazz-coryfee uiteindelijk zijn terugkeer op het muzikale toneel met een soloconcert, bedoeld om iedereen te bedanken die hem tijdens deze moeilijke periode had geholpen en gesteund. Enkele maanden later is dat concert al op cd beschikbaar als 'Saturnian (solo saxophones volume 1)', dat wordt aangekondigd als de eerste in een reeks solo-opnames.
Het programma bestaat uit drie improvisaties, waarvoor de Amerikaan telkens een andere variant uit de saxofoonfamilie bespeelt. Zijn vertrouwde tenorsax kon uiteraard niet ontbreken maar daarnaast neemt hij ook twee minder courante instrumenten ter hand: de saxello (min of meer een sopraansax met een licht gebogen klankbeker) en de stritch (een rechte altsax). De aanpak op de drie saxen is vrijwel gelijk. Ware stort zich met veel kracht en energie op zijn instrument en neemt op die manier meteen alle twijfels weg omtrent zijn fysieke paraatheid. Een furieuze start zoals met de saxello op 'Methone' is vrij ongewoon voor een zoeker als David S. Ware. In groepsverband heeft hij namelijk de neiging om traag op te bouwen en zo langzaam naar een emotionele ontlading toe te werken. Maar zoals gezegd schiet hij deze keer telkens als een haas uit de startblokken, vooral op de saxello. De benepen en haast nasale klank van dit instrument ligt ergens tussen een sopraansax en een Indiase pungi (de fluit van slangenbezweerders). Een onophoudelijke, hypnotiserende stroom is het resultaat, waarin kleine intervals met erg grote worden gecontrasteerd. Het voor Ware typische toononvaste maar erg expressieve geluid is op dit instrument, net zoals op de stritch minder aanwezig. De Amerikaan gaat dan ook minder breed in deze improvisaties. Het zijn vooral korte opstoten van ideeën, die hij uitwerkt met zijn furieuze virtuositeit, getuige de op hol geslagen arpeggio's en talloze rollende lijnen van hoog naar laag en omgekeerd.
Wanneer hij op 'Anthe' uiteindelijk de tenorsax ter hand neemt, komen de ideeën van Ware plots helemaal tot bloei. Op zijn vertrouwd instrument heeft hij nog steeds een unieke en machtige toon die door ingewijden al na enkele seconden wordt herkend. Naast een klagerig en opdringerig vibrato in het lage- en middenregister, beschikt hij ook over een droge, maar huiveringwekkende schreeuw in de hogere regionen van de tenorsax. Hiermee scheurt Ware niet zelden dwars door de ziel waarbij hij het muzikale gebeuren naar een hoger niveau tilt. Hoewel de taal vaak weergaloos en hard is, straalt hier toch een ontzettende vreugde (of levensvreugde) van af. Het lijkt wel alsof Ware al zijn gebundelde ervaringen in een ongeremde freejazz-ontlading loslaat.
Op 'Saturnian' is David S. Ware op een zeldzaam transparante manier te horen. Het is zeker niet zijn beste plaat, maar wel een statement van een muzikant wiens verhaal nog lang niet verteld is.
Meer over David S. Ware
Verder bij Kwadratuur
Interessante links