Het kan soms verkeren in een onverwachte richting. Zo begon Darkthrone eind jaren tachtig als een technisch death metal-kwartet (getuige hun debuut 'Soulside Journey' uit 1990), maar ging toen verder als één van de voortrekkers van de op gang komende Noorse black metal-beweging, die ook groepen als Mayhem, Immortal, Burzum, Emperor en Satyricon huisvestte. Op de duistere klassieker 'A Blaze in the Northern Sky' (1992) was Darkthrone nog een trio en speelden ze epische en pientere black metal. Toen gitarist Zephyrous op mysterieuze wijze van de aardbodem verdween, gingen zanger/snarenplukker Nocturno Culto en drummer Fenriz als een duo verder en maakten met hun steeds meer overtuigde 'less is more'-mentaliteit elke twee jaar een album waarvan de productie bewust hoe langer hoe schraler werd.
Met 'The Cult is Alive' gooit Darkthrone hun twaalfde boreling op de wereld, waarmee ze nog steeds hun voorliefdes voor Noors nationalisme, drank, seks en satanisme combineren met een stevige scheut humor en relativering van het stereotiepe metal-imago. Opvallend is dat de organische klank en de rauwe productie redelijk goed zijn en dat het epische karakter van hun muziek hier sterk achterwege blijft in voordeel van korte en catchy bonkers. Nocturno Culto heeft nog steeds een neus voor lekker klinkende metalriffs en zijn onwereldse schreeuw staat op dit album ook nog eens bol van de distortion. Fenriz' drumwerk is opvallend rockgericht in de sterke opener 'The Cult of Goliath' en hij gebruikt zelfs bewust zijn hi-hat in het hilarische 'Whisky Funeral', waarvan een tekstsnede niet mag ontbreken: "Fuckin' forced to sleep / in this life / Enough time to be sober / in death / Whisky funeral / Whisky funeral / Fuck off!". Darkthrone's zo typische ritmewijzigingen, zoals in het overtuigende 'Atomic Coming', zijn niet zo logisch als ze lijken en ook de opvolging van riffs is simpel en aanstekelijk, hoewel slim bedacht. Fenriz springt spaarzaam om met zijn dubbele basgebruik, waardoor het des te overtuigender overkomt, zoals op het einde van het zeer ritmische 'Tyster pa Gud'. In het morbide doch komische 'Graveyard Slut' neemt hij zelfs de "zang" voor zijn rekening, waarin hij bijna al rappend een ziek vertelseltje krijst. Deze jongens houden van humor. Ook in 'Shut Up' ondergraven ze zichzelf met plezier; als kanttekening: "Are you Satan? / I don't think so! / You copy my style / and you call yourself a man / You want a piece of me? / Yeah, you do! / Begging for this and asking for that / Shut up, fucking twat!" Afsluiter 'Forbyggende Krig' bevat zelfs een dubbele noisy gitaarsolo tijdens een fade-out: volge wie volgen kan.
Waar andere zwarte metalen heren zoals bijvoorbeeld Dimmu Borgir trachten modern en vernieuwend uit de hoek te komen, blijft Darkthrone vasthouden aan hun old school black metal à la Venom, Celtic Frost of Bathory, vermengd met punkinvloeden. Verrassend is het al lang niet meer, maar dit tweetal weet waar het mee bezig is. En wat hebben ze er een lol in. Niet even overtuigend als bijvoorbeeld 'Ravishing Grimness' (1999) maar best een aangename afwisseling. Zonder corpse paint en spikes, gelukkig.
Meer over Darkthrone
Verder bij Kwadratuur
Interessante links