Darius Milhaud (1892-1974) kun je moeilijk de grootste componist van de twintigste eeuw noemen, al heeft hij, in tegenstelling tot veel van zijn collega's ook nooit geprobeerd om tot de allergrootsten van zijn eeuw te behoren. Meer nog dan bij zijn collega en tijdgenoot Francis Poulenc, wordt zijn muziek gekenmerkt door een onbezorgde lichtheid. Hoewel hij er niet volledig blind voor was, was het modernisme, met zijn artistieke theorieën en hevige dissonantie en pathos niet aan hem besteed.
Bij de Filharmonie van Luik ligt de focus eerder op het Franse repertoire en na cd's met concerti van Ravel en symfonieën van Franck en Chausson brengen ze nu dus een cd'tje met concerti van Milhaud. Bekende namen bij de solisten, zoals Paul Meyer en Eric le Sage in de werken voor klarinet en piano respectievelijk, saxofonist Fabrice Moretti in de suite 'Scaramouche' voor sax en orkest en hun eigen paukenist Geert Verschraegen in het concert voor slagwerk. Een bonus is het trio op.157b voor viool, klarinet en piano.
Veel diepgang hoef je op deze plaat niet echt te zoeken. De 'art-pour-l'art' esthetiek van hem en zijn collega componisten uit het interbellum (die zich 'Groupe des Six' noemden) zorgt hier voor zorgeloze, wat oppervlakkige muziek, vol brave ironie en verwijzingen naar populaire genres uit de tijd: Europese stijlen, van chanson tot polka in 'Le Carnaval d'Aix' voor piano en orkest, Samba en andere Latijns-Amerikaanse muziek in 'Scaramouche' en jazzy invloeden in het klarinetconcerto.
Paul Meyer dartelt speels rond in de snelle delen van het klarinetconcerto, schijnbaar niet gehinderd door de extreem hoge graad van virtuositeit van zijn klarinetpartij. Hij voert Milhauds grillige ritmiek, die vaker dan niet compleet ingaat tegen wat het orkest speelt, vanuit de pols, haast intuïtief uit. Fabrice Moretti voert 'Scaramouche' met kwikzilver-achtige soepelheid uit, behendig en snel en met een zuivere klank maar haast te beschaafd voor deze uitbundige, Zuid-Amerikaanse muziek.
Milhaud is geen toveraar met zijn orkest zoals Debussy, Ravel of Stravinski dat waren. De orkestratie is functioneel en brengt voortdurend kleuren aan maar kun je nauwelijks als werkelijk inventief of ingewikkeld beschouwen. Toch brengt de Filharmonie van Luik de vele kleine soli die deze muziek bevat en waarbij orkestmuzikanten de dialoog met de solisten aangaan, op een genietbaar muzikale manier. Zo is het slagwerk in het concerto voor percussie en orkest duidelijk aanwezig, passend agressief in de openingsmaten maar blijft elk instrument veilig ingebed in de textuur van het orkest. De suite voor viool, klarinet en piano krijgt een snelle maar enthousiaste en lyrische uitvoering die een goed geolied samenspel tussen drie muzikanten die volledig op dezelfde lijn zitten, verraadt.
Deze erg degelijke uitvoering van Milhauds bescheiden muziek geeft een accuraat beeld van de componist zoals hij was: luchtig, humoristisch en vlot. Geen echt solistisch of orkestraal vuurwerk hier maar wel een hoge kwaliteit van het eerste tot het laatste werk.
Meer over Darius Milhaud
Verder bij Kwadratuur
Interessante links