Damon Albarn heeft er al verschillende muzikale levens opzitten. Zo maakt hij gedurende de jaren negentig furore met Blur, zowat de ongekroonde hoofden van de Britpop. Sinds het eind van de jaren negentig en tot voor kort bouwde hij samen met striptekenaar Jamie Hewlett de virtuele groep Gorillaz uit. Nu achtte Damon Albarn de tijd rijp om het wederom over een volledig andere boeg te gooien en zich te richten op een soloproject. De aanpak en ook het resultaat zijn niet te omschrijven als een doordeweekse popplaat. Voor het album liet hij zich namelijk inspireren door het leven en het werk van de Engelsman John Dee, een veelzijdig man die leefde in de zestiende eeuw. Volgens Wikipedia was hij humanist, filosoof, wiskundige, geograaf en astroloog. Hij schopte het zelfs tot adviseur van koningin Elisabeth I. Dit album was echter niet de eerste verwezenlijking van Albarn met betrekking tot Dr. Dee. In juli 2011 ging in Manchester de opera ‘Dr. Dee: An English Opera’ in première, wat een samenwerking was tussen Rufus Norris – een gelauwerd theaterdirecteur – en Damon Albarn. Voor de instrumentatie op het album werd beroep gedaan op het BBC Philarmonic en op instrumenten zoals de erg aanwezige viola da gamba, de schalmei, de dulciaan, de blokfluit, de kromhoorn, de luit en de West-Afrikaanse kora. Albarn neemt enkele vocalen voor zich, maar koos elders voor gediplomeerde stemmen of voor het koor Palace Voices.
Op ‘Dr. Dee’ – zoals het album getiteld werd – wordt haast onmiddellijk duidelijk dat de voormalige voorman van Blur de mosterd haalde in de zestiende eeuw en in het operawezen. Héél even weet hij dit nog af te wenden met beek- en vogelgeluiden. Desalniettemin vertalen eerst de klokken en even later de strijkers en orgels zich in een sprookjesachtige baroksfeer (‘The Golden Dawn’). Vanuit dit decor is er ruimte om een uitstap richting ouderwetse folk te maken (‘Apple Carts’). Toch zijn het vooral religieuze inspiraties die aan bod zullen komen. Met ‘O Spirit, Animate Us’ levert Albarn liturgisch verantwoorde klanken af. Wat verder zoekt hij binnen deze stroming tevens de grenzen van de theatraliteit op (‘The Moon Exalted’). Dat hij onder de noemer theatrale liturgie bovendien nog verschillende kanten uitkan, bewijst hij met een duistere aanpak (‘A Man Of England’) en daartegenover het van heldere lichtvlekken voorziene ‘Saturn’.
Het dichtst bij zijn voorheen uitgebrachte muziek ligt ‘The Marvelous Dream’, wat het best te omschrijven is als een goed uitgebalanceerd folknummer. Het is dan ook even wennen wanneer ‘A Prayer’ gedurende ruim anderhalve minuut de deur naar het liturgische opnieuw open ramt, om zo uiteindelijk bij onopgesmukte opera uit te komen (‘Edward Kelley’): één stem, voorzien van enkele strijkers. Slechts halverwege opent zich een krakend klankenpallet met veel belletjes en bevreemdend echoënde stemgeluiden. Even bevreemdend is de plotse overgang naar ‘Preparation’. Dit nummer staat lijnrecht tegenover de andere liederen, daar het in essentie niets meer is dan drie minuten naakte, elektrisch klinkende Afrikaanse ritmes. Deze eenzame mishit is slechts te begrijpen tijdens het beluisteren van ‘9 Point Star’. Dit is een lied dat opgehangen wordt aan Albarns stem, elektrische gitaar, handgeklap en djembé. De Afrikaanse basis die het bezit, laat uitschijnen dat de voorloper slechts een brug vormde naar dit nummer.
De slotnummers van ‘Dr. Dee’ gaan vervolgens weer de richting uit van de eerste helft van het album. Zo lijkt de muzikale achtergrond van ‘Temptation Comes In The Afternoon’ zo weggelopen uit een verfilming van Jane Austin, terwijl de zangpartijen een komische opera benaderen. ‘Cathedrals’ is op haar beurt dan weer een afkooksel van folknummer, waar de dominante gitaar van in het begin bij wijlen vervangen wordt door een speelse fluit. Afsluiten doet het album met het érg stijlvolle ‘The Dancing King’. Dit nummer kan rekenen op uitgemeten strijkers, ingetogen, maar zelfzekere zang en een sfeervolle gitaar die naar het einde – net zoals het album begon – overgaat in kabbelend water en fluitende vogeltjes. De cirkel is dus rond.
Op ‘Dr. Dee’ bewijst Damon Albarn andermaal een veelzijdig man te zijn. Waar hij al verschillende wenkbrauwen deed fronsen met Gorillaz, zal dit ook nu opnieuw gebeuren. Vanuit de popwereld is door barokke opera beïnvloedde muziek nu eenmaal geen voor de hand liggende stap. Maar het spreekt in Albarn zijn voordeel. Hij toont zich als een avontuurlijke en creatieve muzikant die open staat voor een breed (muzikaal) spectrum. Het project verdient respect en biedt bovendien een toegankelijke kennismaking met een door velen geminacht genre.