Na decennia van Koude Oorlog, leek de geschiedenis in de jaren negentig heel even een positieve(re) wending te nemen. De wapenwedloop werd bezworen, het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime kwam ten val, in Oost-Europa rezen nieuwe democratieën op, en men sloot (achteraf bekeken weinig duurzame) vrede in Noord-Ierland en Israël/Palestina. Het jubeljaar met de drie nullen werd wereldwijd nog euforisch onthaald, maar aan het prille begin van de nieuwe eeuw maakten de bedreigingen van internationaal terrorisme en fundamentalisme al meteen een einde aan het optimistische klimaat. Tsoenami's en Katrina's deden er nog een schepje bovenop, en herinnerden eraan dat de mensheid vaak machteloos staat tegenover natuurkrachten – hoewel velen nog steeds de ogen sluiten voor het menselijke aandeel in de opwarming van de aarde en de voorspelde verwoestende gevolgen hiervan.
Wat kan een individu anno 2005 beginnen tegen de onstuitbare escalatie van oorlog, geweld en miserie? Weinig, zo weet ook Michael Timmins, de bezieler en gitarist van het Canadese folkrock/altcountry-gezelschap Cowboy Junkies. Toen hij z'n groepsleden (zus/zangeres Margo, broer/drummer Peter, en bassist Alan Anton) in februari voorstelde om een themaplaat te maken rond het onrecht in de wereld, besefte hij dat het eindresultaat nooit méér dan een "small document of hope" kon worden, waardoor slechts "a couple of hearts and souls" zich zouden laten raken. Maar zelfs één spreekwoordelijke druppel wijn doet de hele oceaan verkleuren, en de band stond bijgevolg onmiddellijk paraat om Michaels "early 21st century blues" muzikaal mee in te vullen. Net als 'The Trinity Session', de elpee die de Cowboy Junkies eind jaren tachtig richting beroemdheid katapulteerde, is 'Early 21st Century Blues' een coverplaat geworden: op twee nieuwe Michael Timmins-composities na, bestaat de tracklisting uit enkele traditionals, plus nummers van U2, Springsteen, Lennon, Dylan, George Harrison en Richie Havens. Uit deze namen blijkt dat het gekozen materiaal vooral uit de singer-songwritertraditie stamt, en doorgaans geen "blues" is in de muzikale betekenis van het woord. Het bluesaspect zit daarentegen wél vervat in de teksten, die door een immer halfhese en lichtjes zwoel klinkende Margo Timmins zijn ingezongen. Al is Margo door haar beperkte toonbereik absoluut geen sterke zangeres, toch kan ze als geen ander een prachtige, melancholische "mood" overbrengen: een goed voorbeeld hiervan is de traditional 'Two Soldiers', waarop haar stem wordt gedragen door twee subtiel in elkaar verwoven akoestische gitaren. De cover van Dylans 'License to Kill' baadt in eenzelde verstillende sfeer, en de warme, 'clean' versterkte elektrische gitaren laten er de nodige ruimte vrij voor de behoedzaam gezongen lyrics (die niet tot Dylans bekendste, maar wel tot z'n meest maatschappijkritische behoren). Een derde hoogtepunt is Michael Timmins' zelfgeschreven 'September Skies', waarop achterstevoren afgespeelde elektrische gitaarriffs en een sombere tekst (met verwijzingen naar 9/11) samen een donker, onrustbarend effect creëren.
Er moeten ook enkele minpunten worden aangestipt. Zo doet de groep te weinig moeite om de melodische en structurele vlakheid van sommige tracks te compenseren (door bijvoorbeeld tempowisselingen of instrumentale variatie), waardoor U2's afgezaagde 'One' en Harrisons overdreven klagerige 'Isn't it a Pity' de mist der saaiheid ingaan. Evenzeer ondermaats is 'I Don't Want To Be a Soldier', een nummer dat in John Lennons originele uitvoering al meer een embryonaal songconcept was in plaats van een echte song, en dat door de Junkies in een versie met klinische drumloop en makke rapbijdrage van een bevriend hiphopper wordt gebracht. Hoewel 'Early 21st Century Blues' zeer genietbare momenten bevat, is het dus geen perfecte plaat geworden – maar perfectie is dan ook, zoals uit de tekstthematiek van de gecoverde songs herhaaldelijk naar voren komt, helaas niet van deze wereld.
Meer over Cowboy Junkies
Verder bij Kwadratuur
Interessante links