Er wordt in het reggaewereldje gemakkelijk omgesprongen met een woord als ‘legend’. Ergens begrijpelijk als alles draait om een machocultuur waarin iedereen zich moet bewijzen om het straatleven in Kingston te ontgroeien waardoor termen als Cool Ruler, Hot Stepper of Mighty Sparrow ontstaan. Natuurlijk heeft de 67 jarige Cornell Campbell ofte Don Cornell inmiddels al een stevige reputatie in het rootsreggaemilieu. Meer nog, de man zijn onmiskenbare falset is een heus handelsmerk, eentje met oorsprong in de legendarische Studio One van Celement Dodd en in het achtergrondkoor van The Skatalites. Dus misschien is de titel van deze verzamelplaat toch niet helemaal misplaatst.
Een omschrijving als de rasta met de meest liefdevolle, hoge stem ooit, kan geen kwaad. Cornell Campbell beklimt immers niet enkel als geen ander de hoge registers, maar kiest als sinds zijn samengaan met Bunny Lee in de jaren ’70 resoluut voor lovesongs. Vier van de twintig geselecteerde hits dragen het woord ‘love’ dan ook duidelijk in de titel.
Maar liefdesliedjes neigen al snel naar meligheid, en daar schuilt ook hier het gevaar. De tracks die hier werden geselecteerd blijken soms bewerkingen van de originele tunes en klinken vaak nogal afgevlakt. ‘Stars’, de klassieker uit eind jaren ’60 toen Campbell nog in The Eternals zat, mist een beetje zijn oorspronkelijke kracht en touch, juist omdat de ontoereikende opnametechnieken zijn verdwenen.
Gelukkig houdt deze plaat een mooie balans aan en gaat het niet uitsluitend om verliefde noten. Het heerlijk verhalende ‘Natty Dread in Greenwich Farm’ en zijn uptempo, melodieus broertje ‘Dance in Greenwich Farm’ zijn klassiekers die in soundsystems niet mogen ontbreken. Toegegeven, de Joe Gibbs versie van eerste grote hit ‘Boxing’ had hier beter geklonken dan de vrij neutrale rub-a-dub van Bunny Lee.
Riddims en begeleiding blijkt te bestaan uit een eenvoudig, maar efficiënt rootsreggaeritme. Een prettige baslijn, tropisch slaggitaartje en een paar droog bestreelde trommels moeten het doen, terwijl een echoënde overdub en een paar vurige blazerstoten voor extra accenten zorgen. Het is in elk geval duidelijk dat erg veel ruimte wordt gelaten voor en hoog vibrerende stem van Campbell, die in tragere songs als het overheerlijke ‘Drifting’ voor pure bezieling zorgt.
Het nut van ‘Legend’ is een beetje discutabel. Er zijn inmiddels meer compilatiecd’s en bewerkingen van Cornell Campbell songs op de markt dan dat er originele albums met nieuwe liedjes zijn (‘Natty Dread Anthology’ op Trojan is onovertroffen). De toevoeging van een eigen interpretatie van Gregory Isaacs’’My Only Lover’ op deze verzamelaar is dan ook leuk, maar eerder bedoeld om echte kenners te plezieren.