Wanneer het logo van Eibon Records op de hoes prijkt, dan is het niet ver zoeken naar het genre: sferische muziek, vaak met een sinister kantje maar altijd lekker eigenwijs. Het Italiaanse Colloquio doet ook weer zijn geheel eigen ding met erg laidback muziek, hoewel de aanpak hier iets ruimer geïnterpreteerd wordt dan de meeste drones/ambient/escapistische deuntjes. Het resultaat is een intrigerend schijfje dat opereert in een geheel eigen universum.
Het eerste grote verschil met een horde acts die zich focussen op een bepaalde klank en zweverigheid te doen ontstaan, is dat Colloquio zich daadwerkelijk bezighoudt met nummers maken. De tien tracks van dit album vloeien dan wel bijna onopgemerkt in elkaar over, toch bezit elke song een duidelijke identiteit die vooral zit in de melodielijnen die dominant zijn. Men zou bijna denken dat aan de basis reguliere songs stonden die daarna een etherische behandeling kregen. Nochtans werkt het en gebeurt er voldoende om de aandacht niet te laten verslappen.
Een tweede item waardoor Colloquio zich afzet van de meeste andere sferische acts, is dat er veelvuldig tekst is, in dit geval Italiaans gesproken poëzie. Die wordt gebracht met een rustige mannelijke stem en dat maakt alles net dat tikkeltje specialer. Misschien ligt het aan de iets exotischer klanken, of misschien is het gewoon zo dat Italiaans net een beetje zangeriger klinkt dan andere talen, maar dit 'eigenlijk niet zingen dat toch klinkt als zingen' geeft 'L'Entrata – L'Uscita' de boost die nodig is. Het blijft interessant tot het einde en dat is al heel wat.
Colloquio heeft hiermee een plaatje afgeleverd dat – hoewel erg kalmpjes – meer mensen moet kunnen aanspreken. Het is bijna muziek die perfect geschikt is om tot rust te komen en eventjes de zorgen van alledag te vergeten. Het is alleszins apart.