Colin McLean en Andy Moor hebben al een lange gezamenlijke geschiedenis achter de rug. Beiden maakten deel uit van de legendarische Engelse avant-punkband Dog Faced Hermans. Later verhuisde gitarist Andy Moor naar Nederland om er één van de imposante hoekstenen te worden van The Ex. Colin McLean werd gaandeweg de vaste geluidstechnicus van deze groep. Dit album bevat resultaten van een aantal improvisaties die het duo de afgelopen drie jaar uitvoerde bij dansperformances. De geslaagde symbiose van gitaar, elektronica en samples levert een gevarieerde, filmische trip op.
Andy Moor heeft met de jaren een heel persoonlijke en herkenbare gitaarklank en -techniek ontwikkeld. Op zijn baritongitaar weet hij zowel knappe pingelende geluiden uit de gitaarhals te onttrekken als lange neerbuigende klanken laag in het toonregister te produceren. De ene keer speelt hij heel ijl en subtiel, dan weer sterk ritmisch en wat later radicaal dwars en wringend. Opvallend daarbij is de zuivere klank die hij weet te bewaren. Zijn grootste kwaliteit is misschien wel dat hij heel functioneel speelt en luistert naar wat zijn medespeler produceert.
De opener 'Delta Block' is meteen een schot in de roos. Het nummer opent sober met desolate, spaarse gitaarklanken waarrond McLean donkere, mooie soundscapes wikkelt. De onheilspellende sfeer wordt broeierig wanneer nieuwe klanken worden toegevoegd en het gitaarspel gaandeweg intenser wordt en verruigt. Ongemeen knap is het korte 'Boats Float On Water' waarbij een loop van ritmisch geklik de basis vormt waarop Moor delicate gitaarklanken neerlegt. Het stukje krijgt daardoor een vederlichte, zweverige maar ook fragiele touch. Onder meer door de grote variatie in samplemateriaal die McLean aanwendt, blijft het album boeien. Zo is 'Cokakeekakaacokakakeeka' een onomatopee van een stemsample waarmee McLean aan de slag gaat. Ondertussen wordt het nummer doorspekt met fascinerende, vaag oosterse gitaarmelodieën. 'Mingiede' is dan weer sterk ritmisch en door de geloopte duimpianosamples en Moors gitaarriff is het Congolese Konono N° 1 niet ver af (Moor waagde zich met The Ex trouwens al eens aan een uitstekende Konono N° 1-cover). Dat beide heren nog steeds niet vies zijn van een portie pokkeherrie demonstreren ze in de opvolger 'Waiting for the Angels' waar gesamplede drumpartijen het uitvechten met rauwe distortiongitaaruitbarstingen. De afsluiter 'In the Margin of the Moment' is een bevreemdende beauty: de abstracte friemelende elektronica- en gitaarklanken, versterkerzoem en een spookachtige melodie op de achtergrond houden de aandacht van de luisteraar tot op het eind stevig vast.
Door de variatie en de dynamiek die in dit album aanwezig zijn, is het haast niet te geloven dat dit album enkel door pure improvisatie is tot stand gekomen en dat er achteraf niet serieus in is geknipt en geplakt. Als het geheel dan ook nog eens bijzonder mooi op geluidsdrager is neergezet, mag er gerust gesproken worden van een intrigerend meesterwerk. Andy Moor wist in 2008 al te overtuigen met onder meer een knappe solorelease en een uitstekende samenwerking met DJ/rupture en heeft ook dit jaar alweer een heel boeiend album uit, en alweer op zijn eigen uitstekende label.
Meer over Colin McLean / Andy Moor
Verder bij Kwadratuur
Interessante links