Het is nogal een verhaal. De Zweedse theaterregisseur Michael Azar vertolkt het stuk ‘I Is Another’ van de negentiende eeuwse Franse dichter Arthur Rimbaud. Hij graaft zo diep in het leven van de poëet, dat hij bevriende geluidsknutselaar CM Von Hausswolff naar diens voormalige woonplaats stuurt: Harar. De eveneens Zweedse Von Hausswolff verblijft tien dagen (800.000 seconden) in de Ethiopische stad om er optimaal de sfeer op te snuiven en maakt er veldopnamen die in een compositie verwerkt worden en nadien ook in het toneelstuk gebruikt worden. Aanvullend wordt op het experimentele elektronicalabel Touch ook een plaat uitgebracht met deze opnamen: ‘800 000 Seconds in Harar’.
Zonder om te wenden: dit is minimalisme! Vier tracks geven een letterlijke interpretatie van de term ‘ambient’ of omgevingsmuziek. Deze plaat bestaat uit twee delen, waarvan het eerste drie hoofdstukken kent. Het eerste deel, Day and Night’, biedt muzikaal monotonisme vertolkt in een eindeloze drone die ontstaan is op een traditioneel Ethiopisch strijkinstrument, de krar. Deze lange, aangestreken toon wordt verrijkt met veldopnamen uit het Ethiopische leven. Structuur, emoties of hoogtepunten zijn hier echter niet aan de orde: het gaat enkel om de beleving.
De eerste track heeft als basis die ene lange, voorzichtig opzwellende grondtoon met een licht zoemend karakter. Tegen de achtergrond spelen Afrikaanse kinderen in een beek, terwijl een loop van een tsjirpende krekel nog enig patroon biedt. In de tweede track wordt die basistoon naadloos doorgetrokken. Hij wordt iets donkerder van kleur en neemt het zoemen wat in intensiteit toe om richting pijngrens op te schuiven. Achtergrondgeluiden bestaan hier louter uit het desolaatheid druppelen van een kraan, allicht metafoor voor de nachtelijke eenzaamheid op een kramakkelig hotelkamertje. Een goede twintig minuten later breekt het derde deel van ‘Day and Night’ aan en wordt de grondtoon een hogere noot, wat even de verzengende druk van de schouders neemt. Althans voor een minuutje, want ook volume en zoemkarakter nemen toe, terwijl de achtergrondgeluiden helemaal zijn uitgestorven. Lange tijd beukt deze eendimensionale noot tegen het voorhoofd, tot duidelijk wordt dat de nuancering niet in de diepte, maar in de breedte moet gezocht worden. Nog net binnen bereik van het gehoor draaien verre halo’s links en rechts langzaam rond om net dat ietsje dynamiek te brengen.
De vierde track of het tweede deel van de plaat slaat op een bekend gedicht van Rimbaud, ‘The Sleeper in the Valley’. Onderwerp is de vredigheid van een slapende man in een mooie natuurvallei die bij nader inzoomen morsdood blijkt te zijn. Deze track zorgt voor een korte, welverdiende pauze door te vertrekken vanuit een zeer laag geronk. Daar komt vervolgens een heel hoge pieptoon bij – als van een oud tv-toestel – en tussen deze twee polen wordt heel minutieus gespeeld met extra storingen. Die laatste blijken vage morsecodes te zijn, de omzetting van het oorspronkelijke gedicht in een negentiende eeuwse communicatievorm.
CM Von Hausswolff gaat met zijn drones voor erg minimale collages die slechts op de rand liggen van wat zou kunnen gedefinieerd worden als ‘muziek’. Deze erg beperkte en ongemakkelijke vorm van ambient is weldoordacht, maar zeker niet evident. Er zijn natuurlijk altijd mensen die zelfs in een grijze mist een veelkleurige regenboog zien.