Tussen 2007 en 2009 bracht de Franse pianist Jean-Efflam Bavouzet vijf schijfjes Debussy uit, samen goed voor diens volledige solo piano-oeuvre. Hij reeg volume na volume de lovende kritieken aan elkaar, en label Chandos zag die lijst uiteindelijk zodanig omvangrijk worden dat besloten werd om de verschillende edities te bundelen tot een set. Op de ommezijde daarvan wordt nog eens een overzicht gegeven van de vele nominaties waarover het precies gaat. Het is zelfs even denken om de naam van een vakblad te bedenken dat Bavouzet destijds niet heeft bedolven onder de superlatieven en inmiddels staat zijn integrale Debussy-project zelfs al in de Penguin Guide voor klassieke muziek als een onovertroffen reeks. Nochtans presenteert de pianist geen hapklare Debussy zoals de traditie die nu eenmaal voorschrijft. Het typisch dromerige, het zachte toucher, de poëzie waarmee de impressionist doorgaands wordt benaderd, countert Bavouzet met heel wat lef, en met het idee dat Debussy al bij al ook maar een kind was van zijn tijd, een componist die uit de romantiek kwam gekropen en ondanks diezelfde riemen iets anders ging roeien. Haydn en Beethoven, wier repertoire de toetsenist inmiddels onder handen aan het nemen is, klinken nooit ver weg: uiteraard wel voor wat de concrete harmonisatie betreft, niet voor het esprit, de humor en vooral de weigerachtigheid jegens sentimenten waarmee Bavouzet op de partituren aanvalt. Het effect is fantastisch, maar niet vanaf een eerste luisterbeurt. Dan overheerst immers de indruk dat Bavouzet niet echt weet waar hij mee bezig is. Uiteraard een onderschatting van jewelste.
In de twee boeken met preludes, het materiaal waarmee Bavouzet het eerst aan de slag ging, is de luisteraar meteen gewaarschuwd. De interpreet gaat bijzonder nauwgezet te werk en presenteert een duizelingwekkend nauwkeurige techniek. Alles valt precies op zijn plaats, maar voor tranen laat Bavouzet geen ruimte. Hij probeert de muziek schijnbaar niet om te zetten in beelden, iets waar veel uitvoerders juist wel naar streven. Voor Bavouzet zijn de titels van de 24 delen slechts indicaties: in de eerste plaats blijft dit muziek, en die probeert de man met een wat afgemeten, behoorlijk strak karakter voor te leggen. Wat eerst niet echt werkt, doet het na verloop van tijd wel. Omdat ook dit keurslijf, dat minder bewegingsvrijheid lijkt toe te laten, Debussy simpelweg als gegoten zit. Hetzelfde geldt overigens voor de meestal cerebraal uitgevoerde ‘études’. In de zo efemere opnames van Uchida of Aimard klinken deze werken alsof ze van een andere wereld afkomstig zijn. Hun onaards karakter zweeft ver boven de virtuositeit uit, waardoor de luisteraar helemaal niet het gevoel heeft dat het om studies gaat. Bij Bavouzet ligt dat karakter meer aan de oppervlakte: hij is niet bang om een beweging groter te maken, om met verve een punt te maken, in plaats van het geheel in nevelen te hullen. Zijn interpretatie wordt er humanistischer door, en bovenal: meer divers.
Niet alle repertoire pakt Bavouzet met een enigszins zakelijke toets aan. Debussy’s spelletjes liggen hem immers als geen ander. ‘Jeux’ of ‘Children’s Corner’ laten de man toe zich helemaal uit te leven, zonder ook maar een slordigheid toe te laten. Veel humor komt echter bovendrijven, net als de heerlijke vaart waarmee Bavouzet zich doorheen de catalogus ploegt. Niet van elke Debussy-partituur wordt daarenboven een zwaarwichtige belevenis gemaakt. Toch raakt hij in de ‘Estampes’, de ‘Images’ en vele andere meer bescheiden werken gevoelige snaren: precies door niet moeilijk te willen doen, door de muziek niet in te pakken in een geheimzinnig omhulsel, toont hij de broosheid en gevoeligheid van de componist. Daarmee boort deze fantastische set nog een dimensie aan, een die overigens onontbeerlijk is wanneer het gaat om het oeuvre van iemand als Debussy, die overigens behoorlijk wat heeft nagelaten voor het klavier. Chandos deed er overigens goed aan niet zomaar vijf cd’s in een doos te keilen. Tegenover een aanvaardbare prijs staat een zeer verzorgde uitgave, met de volledige liner notes per cd en een aantrekkelijke hoes voor de afzonderlijke schijfjes. Zonder enige twijfel zal deze ‘Complete Works for Piano’ ook niet-verzamelaars dagen en nachten lang kunnen bekoren. Meer wees gewaarschuwd: wie deze box eenmaal in handen heeft gehad, zal nooit meer op dezelfde manier naar Debussy luisteren!