Een avontuurlijk parcours heeft Clare Louise er op zitten, één dat haar van Frankrijk (Normandië), naar België bracht, met een gericht ommetje richting Ierland. Van geboorte is deze ranke brunette Française, maar enige tijd geleden verkoos ze Brussel als uitvalsbasis. De funderingen van haar eerste volwaardige langspeler – in de loop van 2009 verscheen er een eerste EP – legde ze tijdens een trip door Ierland. ‘Castles In The Air’ werd haar debuut, gesitueerd in de geest van Karen Dalton en in het zog van Alela Diane en Jesse Sykes.
Aanvankelijk groeide Clare Louise haar muziek als een soloproject. Naarmate de muziek vorm kreeg deinde ook de omvang uit: celliste Charlotte Danhier en Cédric Van Caillie – voor de tweede gitaar – werden aan boord gehesen. Tijdens de opnames werd verder beroep gedaan op een rist gastmuzikanten. Zo is ondermeer de gevierde accordeonist Tuur Florizoone te horen. Bovendien is ook de knoppendraaier van dienst – woorden worden gewikt – als een gerenommeerd man te omschrijven. Met Brusselaar Marc Huyghens wist ze namelijk het brein achter Venus en – recenter – JOY te strikken.
Het muzikale gevolg is een gevarieerd album dat muzikaal huppelt van frivool (‘A House’) naar orkestraal (‘You Don’t Know My Name’, ‘Black Stars’), om vervolgens richting fragiel (‘Two Hearts’) en sober (het van mooie samenzang voorziene titelnummer) te evolueren of even goed dit fragiele op sobere wijze uit te werken (‘Walking Alone’). Het opmerkelijkste ingrediënt tijdens deze zwerftocht is Clare Louise’s stem die als een rode draad doorheen ‘Castles In The Air’ werd geweven. Haar persoonlijke klankkast is erg herkenbaar en wisselt probleemloos van diep naar hoog. Bovendien klinkt de stem steevast erg intens en is ze in alle nummers nadrukkelijk aanwezig.
Met haar uitstekende vocalen en een puike muzikale omkadering heeft Clare Louise twee mooie troeven in handen om een succesvolle carrière uit te bouwen. Eén werkpunt dient echter nog te worden aangekaart en dat zijn haar composities. Enerzijds bewijst de Bruxelloise dat ze uitgemeten nummers neerpennen kan. Zo maakt ze ondermeer indruk met ‘Walking Alone’, een ingetogen nummer wat wordt opgebouwd door haar stem en gestoffeerd met eenvoudig gitaargetokkel. Toch slaagt ze er niet in om doorheen het album een even intrigerende klank te serveren, zodat de aandacht langzaam wegebt. Een nummer als ‘She’s Floating’ lijkt onaf, terwijl ‘False Mirror’ eerder thuishoort op een verzameling b-kantjes.
Met andere woorden is ‘Castles In The Air’ een album van een érg beloftevolle artieste die met een begiftigde stem, een goeie omkadering en de mogelijkheid om prima composities uit te werken alles in handen heeft om van muziek haar levenswerk te maken.