Echt vrijgevig met informatie zijn de vijf van Clap Your Hands Say Yeah niet op hun site. Van enige vorm van biografie of persverhaaltjes is hoegenaamd geen sprake. Nochtans is hun onschuldige, licht rammelende lo-fi rock niet van die aard dat er meteen mysterieus over gedaan moet worden. De nummers zijn melodisch en eenvoudig. Ze verrassen niet, maar amuseren des te meer en bovendien worden ze opgediend in een geluid dat niet zomaar aansluit bij het gros van die indiebands. Daarvoor klinkt CYHSY te uitgesproken sympathiek en bij momenten zelfs ontwapenend knullig.
De stem van Alec Ounsworth bepaalt van meet af aan de sound. Een beetje lallend en slecht articulerend lijkt hij zijn stem niet onder controle te hebben, maar het overslaan ervan is wel perfect getimed. Gitaren worden meer gebruikt om onschuldige lijntjes neer te leggen, dan om akkoordtapijten te leveren. Het totaalgeluid wordt dan ook zelden helemaal volgespeeld, al kiest de band er geregeld voor om diverse (bas)gitaarpartijen boven elkaar te zetten of om het instrument aan te wenden voor ritmisch slaggeluiden, zoals in 'Let the Cool Goddess Rust Away'. Zo klinkt de muziek heel vanzelfsprekend en haast amateuristisch en heeft die tegelijkertijd ook duidelijke persoonlijke trekjes en details. Deze onderhoudende mix wordt verder afgewerkt door de meerstemmige groepszang (Ounsworths stem die in verschillende lagen opgenomen werd) die te spontaan klinkt om als loutere backing vocals door het leven te kunnen gaan. Vooral wanneer de koren lichtjes gaan schuiven of zwalpen qua intonatie is de ambiance niet meer in te tomen. Mondharmonica, keyboards, speelgoedpiano of elektronica en de bij momenten overduidelijke tamboerijn vullen het geluid aan en verlenen het een extra dimensie.
Zo valt de groep de huiskamer binnen met de onvervalste kermisstijl van 'Clap Your Hands', wanneer een hoempa-orgel en de marktkramerzang van Ounsworth de toon zetten. In 'The Skin of my Yellow Country Teeth' wordt dan weer eerder een funky randje opgezocht, maar even gemakkelijk gooit de band er een walsje tussen. Een van de meer traditioneel-poppy klinkend songs is 'In This Home in Ice', waar de gitaren als akkoordinstrumenten er voor zorgen dat het totaalgeluid voller en "klassieker" klinkt. De olijke drumpartij klinkt alsof drummer Sean Greenhalg het basisgroovje losjes uit de pols schudt, inclusief gesloten ogen en hoofdwiegen.
Echt scherp of nieuw kan de muziek van CYHSY niet genoemd worden, maar het ontwapenende, ambachtelijke van deze cd maken die hoogst onderhoudend en enorm sympathiek. Zoals de kleine en persoonlijke touches in het geluid de indiepop van dit album een wat eigen smaakje bezorgen.
Meer over Clap Your Hands Say Yeah
Verder bij Kwadratuur
Interessante links