Cibelle brengt vier jaar na The Shine of Dried Electric Leaves een nieuw muzikaal avontuur uit. Nadat een allesverwoestende klimaatstorm enkel nog gemuteerde neushoorns, braakland en betonnen doodskisten achtergelaten heeft, is het Las Vênus Resort Palace Hotel de laatste plek op aarde waar de naar de ruimte gevluchte mens naar kan terugkeren om te genieten van wulpse melancholie. Cibelle vermomt zich als Sonja Khalecallon, een cabaretzangeres die, geholpen door getrainde primaten, de gasten alle besognes moet doen vergeten. Haar medicijn is een speelse mix van onaardse fluisterpop die vrolijk zwiept tussen luchtig georchestreerde exotica, zwoele samba en bliepende americana.
Het sexy personage Sonja schetst de situatie tegen een achtergrond van tsjirpende vogels in de opener ‘Welcome’: The Planet has crashed and all that’s left is just a lump of rock floating in space, with the jungle on top … and that’s were you find the best show in the whole galaxy of course. Welcome Las Vênus Resort Palace Hotel!
Cibelle trekt het verblijf op gang met een nummer uit de soundtrack van Dr. No. De stem van Cibelle rijst op uit het water als Honey Rider en zingt op een stoute manier (alsof ze een iets te klein bikinietje draagt) ‘Underneath the Mango Tree’. Een wiegende achtergrondkoortje neuriet mee met het ritme van de wassende zee. Het kitscherige nummer vlindert rond op de wulpse ritmes van een Hawaainse ukelele, hoppende kokosnootpercussie, een jankende steelgitaar en een kermisorgeltje.
En ook ‘Melting the Ice’ gaat verder op het cabaretelan. Een kinderlijke wals zet de lijnen uit die lustig buiten de lijntjes worden ingekleurd met pottengerammel en filmische strijkarrangementen.
En ook in de cover van Raymond Scott, ‘Lightworks’, verandert de muzikale kameleon in haar van kleur: zuchtend bekoort ze met een lichte jazztoets, denk aan de gedistelleerde cool van Nina Simone. De vocale intro ontploft al snel in driftige Franse pop uit de jaren ’60 die dient als achtergrondmuziek van een achtervolging langs de kronkelende wegen van de Côte d’Azur.
‘Man from Mars’ introduceert de bezoeker die verliefd wordt op Sonja Khalecallon. Een heldere, repetitieve melodie op steel drums zorgt voor het betoverende karakter van het nummer. Cibelle’s heldere popstem wordt ondersteund door een spacy synthmelodie en een etherisch fladderend achtergrondkoor. De luisteraar mag zich lui in zijn zetel uitrekken, maar mag zich ook niet te gemakkelijk voelen: de kloppende, vervormde bas draagt het ijle nummer naar een woelige finale waar grofgekorrelde blazers en spacy synths een korte melodie spelen in een ontsporende canon.
‘The Gun and the Knife’ dwaalt door een desolate woestijn à la Calexico. Dit eenzame americana-nummer begint als een verstild duet tussen Cibelle en DSFSD . Gestoorde gitaarnoten snijden diep door de nacht. In het refrein breekt het nummer op met een up-tempo skagitaarritme en Cibelle die nasaal uithaalt.
De muziek van Cibelle is excentrieke, sappige pop die doet dromen. Deze onwezenlijke muziek doelt rond tussen de melancholie van bossa, droeve pianoballads en de directheid van disco grooves uit de jaren ‘60. Cibelle creëert een wereld van decadentie en desolaatheid en neemt je mee door een fantastische wereld waarin de luisteraar best de controle loslaat om zich te laten meevoeren. Las Vênus Resort Palace Hotel is een geflipt carnaval in een verwoeste wereld.
Meer over Cibelle
Verder bij Kwadratuur
Interessante links