Iedereen kent Chumbawamba wel van hun hitje 'Thubtumping', een plaatje dat op fuiven spontaan de hele zaal op en neer deed springen. Dat was in 1997. Anno 2005 gaat het er allemaal wat intiemer aan toe ten huize Chumbawamba, getuige deze 'A Singsong and a Scrap'. Dit album is het gevolg van hun kleinere acapella-shows die de band gaf in 2003. Deze shows promootten de re-release van hun album 'English Rebel Songs' uit 1986. Op dat album werden songteksten uit de 14de eeuw in een nieuw jasje gestoken bij wijze van politiek engagement. Op 'A Singsong and a Scrap' trekt Chumbawamba de lijn door en gaan ze geëngageerd terug in de tijd om terecht te komen in het Wilde Westen. Muzikaal brengen ze dan ook folk met een scheut Country and Western.
Het album opent met 'Laughter in a Time of War' en toont al meteen het sociale engagement van de groep. Chumbawamba bezingt de gruweldaden van de oorlog en daartegenover plaatsen ze de banaliteit van het dagelijkse leven. Een zoete vrouwenstem wordt begeleid door een tokkelende gitaar, een accordeon (niet geheel ongepast op een folkalbum) en een tamboerijn. Het klinkt alsof de groep net een hele dag te paard heeft gereden over de prairie en nu samen rond een kampvuur zit en daar een leuk geëngageerd deuntje bij zingt. En zo staan er nog wel enkele tracks op dit album. De volgende track, 'William Francis', is er bijvoorbeeld al zo eentje. Deze song is wel iets swingender dan de eerste track: de gitaar speelt volle akkoorden en een fluit vervoegt het gezelschap rond het knisperende vuur. Ook 'You Can (Mass Trespass, 1932)', 'Fade Away (I Dont Want To)', 'The Land of Do What You're Told' en afsluiter 'Smith and Taylor' ademen allemaal dezelfde kampvuursfeer uit. Het jammere aan de zaak is dat het allemaal intrigerend zou kunnen klinken, mochten de teksten met meer blues zijn gebracht. Meer leed in stem en uitvoering zouden daar al voor kunnen zorgen. 'A Singsong and a Scrap' klinkt heel opgewekt en vrolijk waardoor de songs vaak verdacht dicht in de buurt komen van Monty Python-achtige wijsjes waarin den smart der weereldt doodleuk wordt bezongen alsof het eigenlijk allemaal toch zo erg niet is.
In de intiemere songs zoals 'Walking into Battle with the Lord', 'Learning to Love' en 'Bella Ciao' wordt het allemaal wat serener rond het vuurtje van Chumbawamba. Dat levert enkele betere songs op. Deze songs worden wel uitgevoerd met de nodige tragiek. Zo gaat de groep helemaal acapella in 'Walking into Battle with the Lord' wat een de dramatiek en sereniteit geeft aan een song die er tekstueel ook om vraagt. Afwisselend zingen een hoge vrouwenstem, een krakende mannenstem (die doet denken aan de stem van Michael Stipe van R.E.M.) en de volledige band. Hierdoor krijgt deze song zowel iets heel intiems als overweldigends. In 'Learing to Love' wil Chumbawamba zich in de Engelse folktraditie plaatsen waarin men bezingt hoe men moet leren liefhebben. De sobere, droevige piano en dito vrouwenstem laten horen dat dit leerproces geen pretje is.
'A Singsong and a Scrap' zal ongetwijfeld wel deel uitmaken van de politiek- en sociaalgeëngageerde agenda van Chumbawamba, maar het levert niet echt goede muziek op. Door terug te gaan naar het Wilde Westen klinkt het hele album als een hopeloos anachronisme. Door de kampvuursetting en het gebrek aan sentiment lijkt het alsof Monty Python een folkalbum heeft gemaakt. De beste songs op dit album zijn dan ook die waar Chumbawamba zijn politieke agenda opzij schuift en ongecompliceerd sentimenteel durft zijn.
Meer over Chumbawamba
Verder bij Kwadratuur
Interessante links