Dat de Argentijnen en Colombianen van Che Sudaka het zo goed kunnen vinden met Manu Chao, zal niemand verbazen die ‘111 Lives’ - hun vorig jaar live in Budapest opgenomen album - door de speakers jaagt. Met hun mix van ska, cumbia en rock zitten de Zuid-Amerikanen immers in hetzelfde vaarwater als hun bekendere collega.
Echt origineel is het allemaal niet, maar het mag gezegd worden: de band speelt strak en staat zeker in haar schoenen. Aan professionalisme is er geen gebrek en aan energie al helemaal niet. Dit wordt nog geaccentueerd door het aan elkaar monteren van nummers, waardoor de trein van Che Sudaka stevig doorraast en slechts hier en daar een tussenstation aandoet.
Af en toe maakt de groep een klein zijsprongetje, wat de lange cd zeker ten goede komt. Meer dan eens grijpt de band daarvoor naar de obligate, geregeld opduikende en precies hakkende dancehall-breaks. Frisser klinken de bluesboogie in ‘One Kasuita’, de dub in ‘Amores’ en zelfs de punkrock van ‘Serás Feliz’. Het is echter uitgerekend in sfeermaker ‘Come Una Bomba’ dat Che Sudaka laat horen wat het in huis heeft. Bovenop de ska wordt een laag surf geplaatst, waarna onderaan een verwijzing naar het bekende thema van James Bond ingevoerd wordt. Deze rijkere opbouw laat horen waartoe de band in staat is, iets wat ze vaker hadden mogen doen.
De focus blijft echter liggen op de overgave die in ‘Bam Bam’ een hoogtepunt bereikt. In een stevig tempo, met ratelende vocalen en hakkende ritmes kookt de cumbia hier resoluut over, wat zelfs in de beslotenheid van een huiskamer tot bizarre taferelen kan leiden. Minder effect hebben de oproepen tot meeklappen en -roepen die vooral naar het einde alle vaart uit de stukken halen. Het minutenlang laten doorlopen van een groove kan perfect werken tegenover een levend publiek, maar komt op een cd, zelfs een als deze, toch eerder idioot over. Al zal de duidelijk enthousiaste menigte in Budapest zich daar niet veel van aangetrokken hebben.